woensdag 23 november 2011

Vlees noch vis.


Laatst las ik in het schaakmagazine van de Nederlandse Schaakbond een verslag van voorzitter Peter Nieuwenhuis van de 125-jarige schaakclub Utrecht. Hij pleitte o.a. voor modernisering van het competitiewezen ( twee competities van vier maanden  in één seizoen) , samenwerking tussen verschillende schaakverenigingen binnen een bepaald gebied en ook voor afschaffing van de 13 regionale bonden. Alles kan  z.i. verwerkt worden op één persoonlijke  computer.

Een vooruitstrevend denker, een realist en een afscheidsspeech, waarin je wel eens meer waarheden uitgesproken hoort worden.

Dat moet je even vergelijken met die in de marge opererende bijeenkomsten van oude zuurpruimen, die zich schakers noemen,  overheerst worden door schaak- en verliesangst, (uitzonderingen daargelaten) en zich vanuit dien hoofde gezelligheidsschakers plegen te noemen. Zij zijn als het er op aan komt fanatieker dan de  gemiddelde club- en bondsspeler, maar menen hun gekakel en chagrijn te mogen uiten ten koste van anderen, onder het mom van  dezelfde gezelligheid.

Wanneer zij gezelligheid zoeken, moeten zij naar een carnavalsvereniging uitwijken, zei ik vroeger al, alwaar zij hun jarenlang opgebouwde frustratie en chagrijn wel mogen en kunnen uitschreeuwen.

De organisatie is ver te zoeken, Zij spelen met oud en achterhaald materiaal, versleten en kapotte klokken, niet bij elkaar horende stukken en borden en soms hoeft er helemaal niet genoteerd te worden. Alles onder de noemer van oude jongens krentenbrood.
De indeling gaat veelal op z’n  jan boerenfluitjes en vaak verkeerd, zoals ik zelf heb moeten meemaken.

Voor de bond spelen is voor deze chagrijnen meestal een stap te ver. Of de tegenstander  is te verafgelegen of de tegenstander staat hen niet aan, wegens een vroeger twistgeval , in ieder geval wensen zij met niet al te veel spanning geconfronteerd te worden, want je weet maar nooit met al die verhalen over hartkwalen en ritmestoornissen.


Het aanvangstijdstip van de partijen op de clubavond wordt steeds later, want vrijheid blijheid nietwaar. Zij zitten te schreeuwen aan de bar en niemand die er iets van zegt. De penningmeester komt langs voor de wekelijkse bijdrage van 1.50 euro. Sommigen hoeven niet te betalen indien zij niet komen en anderen moeten dat wel. Willekeur troef en dezelfde penningmeester kijkt je lelijk aan, indien je daarover iets durft te zeggen,want hij mag dan wel een hansworst zijn op schaakgebied, dat wil nog niet zeggen dat er iets mankeert aan zijn verlengde merg en hersenstam.

Fusies worden natuurlijk tegengehouden en dat terwijl zij op een eersteklas locatie spelen, waar menige  zichzelf wel respecterende vereniging, zijn vingers bij zou aflikken.

Hun zeer goed ontwikkelde conservatief gedachtegoed behoed hen voor  natuurlijke groei en ontwikkeling. Zij houden elkaar in een perfect tegennatuurlijk evenwicht. Zij lachen om het schreeuwwerk van anderen en wanneer jij een ander geluid laat horen, hebben zij dat ogenblikkelijk in de gaten. Eerst beginnen zij vriendelijk naar je te glimmen , maar op het einde van de avond aan de bar maken zij de balans weer in evenwicht via  hun jaknikkende geestverwanten.

Zij  kijken wel uit om elkaar te bekritiseren. Gezelligheid troef , nietwaar. Maar sommigen van hen spelen wel bij een andere club voor de bond, indien zij daarvoor gevraagd zijn geworden, dat wel natuurlijk. Schaakclub Burgum viert daar wel bij en lacht zich dood.

Zij zijn vlees noch vis.  En wanneer jij iemand durft te wijzen op ongewenst gedrag, zoals bijvoorbeeld het te hardhandig neerzetten van de stukken, dan nemen ze het voor elkaar op. Dan kan je niet tegen je verlies en ben je kleingeestig!

Ooit hadden wij kennissen met kleine kinderen op bezoek.Deze kinderen deden alles wat verboden was. Zij gooiden met stenen naar elkaar en naar onze honden en katten, waarop dezen een veilig heenkomen moesten zoeken. Werkelijk niets was veilig voor deze klieren. De volgende ochtend deed ik hagelslag op mijn brood, waarop één van hen zei: “je doet teveel hagelslag op je brood”.

Zo iemand verdient een goede pak rammel en je zou wensen, dat je dat ook met  die zichzelf voor de gek houdende , onnozele , maar als het er werkelijk op aankomt, o zo agressieve schaaksukkels zou kunnen doen.


Jan Posch, 22 november 2011.

dinsdag 22 november 2011

Afgunst en vuilspuiterij


Het is meer dan mijn tere ziel kan verdragen.
Onrecht,  laster,  jaloezie , afgunst en vuilspuiterij,
Zinloos, overigens, om je daarover  te beklagen,
Dat is immers nog meer derrie op de hoop erbij.

De beerput van menselijk tekort, schier eindeloos, immens van ondragelijk falen,
Af en toe zichtbaar als topje in een serieuze krant,
Met protest en tegenwerping valt weinig eer en zege te  behalen,
Alles bedekt en overwoekerd door een geheimzinnige en veelal onzichtbare hand.


Niets is historisch ten goede gekeerd, niets van het verleden geleerd,
Ongelijkheid , machtsvertoon, bandeloosheid , mateloze corruptie, exuberante zelfverrijking,
Zij zijn onuitroeibaar van alle tijden,

Bewustzijn en overdenking verergeren dit lijden,
Ontkenning, schijnaanpassing, ontvluchting, meeloperij als schijnbare genezing,
Rentmeesterschap als stront beheerd, hij is en blijft moreel onteerd.


Jan Posch, 21 november 2011.

vrijdag 4 november 2011

Wie de schoen past, trekt hem aan.


Neerslachtig en ver uit het zicht,
Had , nadien,  de smiecht zich weer opgericht,
Zijn “vriend” beloftevol geflikt,
Een vreemd wijf gelikt,
En met een stalen gezicht,
Leugens bericht en verwarring gesticht.

Daarom had ik deze neurotische egoïst, ongezegd,
Terzijde gelegd, in afwachting van het nagerecht,
Daarin heeft de zelfingenomen eigenheimer zich gulzig verslikt,
Nog even gehikt, daarna gestikt, en het schijnt,
Dat hij nog behoorlijk heeft gefikt.

 

Janneman, 4 november 2011.

vrijdag 28 oktober 2011

Deel III . Fatum.


De wraakgodin  verzon een uitermate listig en verraderlijk plan om  Niets te treffen voor zijn absurde goedheid en tegennatuurlijkheid, waardoor hij een relatie van meer dan 17 jaar in stand wist te houden..  Zo  liet zij hem zelfs, als beginnend vrijgezel,  een relatiebureau beginnen en kreeg hij de eerste keus bij zijn bezoeken aan , naar liefde en/of sex hunkerende vrouwen. De één  wilde het bad laten vollopen voor hij kwam, om daarna te gaan chinezen, een ander sprak openlijk over liefdes- en lustgevoelens en weer een ander zat openlijk aan haar kruis te krabben en ga zo maar door. Niets liet zich echter niet van de wijs brengen en bleef serieus proberen deze verlangenden te bemiddelen. Zo schreef hij een advertentie voor een geestelijk gehandicapte , waar helaas geen enkele reactie op kwam. Van de weeromstuit schreef hij een belachelijke advertentie, waarin hij beweerde steenrijk te zijn en over een zeer sportief lichaam te beschikken. De gedachte hierachter was om te bezien hoeveel reacties er dit keer kwamen. Dat bleek tegen te vallen. Dat waren er slechts vijf.  In al zijn naïviteit  ging hij er ook nog serieus op in en zo kwam hij met Beesthil in contact. De sluwe wraakgodin liet dit waarlijk monster stapel en stapel verliefd op hem worden, waardoor Niets zich ondanks zijn onbewuste bezwaren liet meeslepen door haar.  Zo verkocht hij veel te snel zijn huis, waardoor hij zijn eigen terugweg afsneed . Op een keer werd Beesthil aangesproken door een  onbekende, die zeer brutaal vroeg om bij haar binnen te komen.  Niets wist toen voldoende , maar het was al te laat. Beesthil  ontkende natuurlijk dat het haar gewoonte was om iedere onbekende bij haar toe te laten en zwoer hem trouw te blijven.
Ook ging zij met hem mee naar een onbekend oord, Friesland. Zij werkte daar zeer hard en serieus om  hun bouwval enigszins bewoonbaar te maken.   Pas veel later kregen zij door dat zij op Fatum beland waren, hetgeen geen Fries woord maar een Nederlands woord was voor noodlot.
 Haar hysterie werd door alle huisvestingproblemen echter wel zichtbaar, maar desalniettemin stemde Niets in met een voor haar goddelijk huwelijk. De vele liefdesbrieven van haar hadden  hem murw gemaakt voor de harde realiteit, daar zorgde onze wraakgodin de Verschrikkelijke Furie wel voor. 
Na dit huwelijk kreeg zij de kriebels en begon allengs te veranderen. Zo ging zij , financieel geheel onnodig , als werkster bij een boer werken. Terwijl Niets een tonnenhandel op touw zette, begon zij met haar ziekelijke fantasieën problemen te scheppen en kwam wederom in  de geestelijke gezondheidszorg terecht, iets waar hij in een vroeg stadium voor was gewaarschuwd door een zekere Nico. Ook voor hun kennismaking volgde zij namelijk groepstherapie voor verkrachting binnen het huwelijk.
 Borderline is een gemene geestesziekte. Niets kwam stukje bij beetje achter de waarheid. Verkracht door velen, gemarteld via het uitdoven van sigarettenpeuken op haar naakte lichaam, geslagen, kind uit haar buik getrapt door eerste echtgenoot, in de hoerderswereld terechtgekomen en ga zo maar door. Zij kon het lonken niet laten en probeerde met iedereen het bed te delen. Zoekend naar serieus  gezelschap had zij geprobeerd het noodlot af te wenden.

Toen Niets op een avond van familiebezoek thuiskwam vond hij een briefje op tafel met de woorden: ik ben vertrokken. Onbekende bestemming.

Niets zat weer helemaal alleen. De wraakgodin had haar huiswerk goddelijk uitgevoerd en kon uitermate tevreden zijn. Zoveel goedgelovigheid en naïviteit moest en kon niet anders dan op een gruwelijke manier afgestraft worden.

dinsdag 11 oktober 2011

Mijn schitterende noodlotkinderen.



Hoofdstuk I.

                                              Triscine.



Triscine was de dochter van  de natuurgod “Lot”.  Zij was een zeer deugdzaam en serieus Femke , en zag er altijd beeldschoon uit. De Zonnegod  “Helpollo” had een oogje op haar, maar zij wees hem resoluut af, aangezien zij stapel verliefd werd op de gewone sterveling  Arend.  Deze Arend was een begunsteling van de Wijngod “Bacdyon” en om zijn God gunstig te stemmen bracht hij vele offers aan deze God  in de vorm van  het nuttigen van veel alcohol, waardoor hij immer weer  in een verregaande staat van sexuele  opwinding geraakte. Triscine maakte dan kennis met een ongebreideld repertoire aan sexuele hoogstandjes, die zij niet altijd met evenveel plezier onderging.

Maar dat was niet haar enige probleem. Arend was een hoogintelligente nakomeling van  de schone nimf Naheni en haar man Resandi, maar deze intelligentie voerde hem tot een bovenmatige boventoon, waardoor Triscine langzamerhand steeds meer weerzin begon te krijgen van zijn dominante optreden. Deze afkeer leidde uiteindelijk tot een vreemdgang met een  bekende, die al sinds lang een  meer dan buitengewone belangstelling voor haar koesterde.

Op een goede dag zat zij buiten in de zon en dat werd gezien door Helpollo, die nog steeds een oogje op haar had en tevens op wraak zon, wegens haar afwijzing. Hij liet de zonnestralen diep in haar erogene zones doordringen, waardoor het voor de nog aankomende bezoeker niet meer zo moeilijk zou zijn  om haar te verleiden..  Deze bezoeker  had een fabelachtige intuitie van  zijn Godenvader meegekregen en doorzag direct de situatie. Hij legde haar een raadsel voor. Indien zij dat raadsel goed zou weten op te lossen, zou zij bij het zien van haar wettige echtgenoot weer spannende  liefdesgevoelens voor hem gaan koesteren. Maar wanneer zij het raadsel niet zou weten op te lossen, zou  zij gedurende een half uur volledig  eigendom van haar bekende bezoeker worden.

Het raadsel luidde als volgt:

Voor hoeveel procent houdt jouw man nog echt van jou, Triscine.Is dat meer of minder dan 50%.  De Godenzoon   wist inderdaad dit antwoord.

Triscine dacht …. en dacht…… en dacht…. en uiteindelijk kwam zij tot een antwoord: minder dan 50%. Helaas, het was aanzienlijk meer, het was in werkelijkheid 90% en dus werd Triscine vol genomen door de Godenzoon.

Gekweld door schuldgevoel biechtte zij bij thuiskomst van Arend  op dat zij een nare droom had gehad en dat zij gedroomd had van een  buitenechtelijke penetratie, die wel een half uur lang geduurd had.

Arend werd zo kwaad bij het horen van dit  onverwachte nieuws, dat hij  haar beval om direct het huis te verlaten.

Sindsdien zwerft Triscine vrijwel onzichtbaar  in een zeer kleurrijk gewaad  tussen de nevelen van onze hemelen, aangezien De Godenzoon  haar  had volgespoten met kleurrijk hemelzaad, slechts af en toe zichtbaar bij gelijktijdige  regen en zon, wanneer zij  weer eens een van haar vele huilbuien heeft.


Hoofdstuk II.

Niets.


Op een zonnige dag, ik meen op een zondag, zwierf Lot ( onze inmiddels bekende natuurgod) weer eens door zijn zelfgeschapen bossen, van waaruit hem in de verte een glaszuiver gezang toeviel.

Naarmate hij  dit zoetgevooisde stemgeluid naderde,werd het gebladerte in het struikgewas dichter en dichter, waardoor hij niet kon ontwaren, waar deze melodieuze klanken vandaan kwamen. Zeer nieuwsgierig geworden naar deze harmonische rijkdom, overzag hij een diepe kuil in zijn goddelijke bodem, maakte een val van 50 meter en kwam toe (tot stilstand) voor de schone voeten van een wonderbaarlijk mooie en oogverblindende schoonheid. Zij bleek een Liefdesgodin te zijn.

Zeer verward over deze grote toevalligheid en onder de indruk van  elkaars voorkomen, raakten deze twee natuurlijk op slag smoorverliefd op elkaar. Lot noemde zijn geliefde “Toeval” en nam haar tot zijn wettige vrouw.


Hoeveel keren deze twee geliefden ook met elkaar de liefde bedreven, er kwamen geen nakomelingen . En dat dreef ze uiteindelijk tot grote wanhoop. Op het moment dat deze nood onleefbaar werd, besloot “Lot” Vader Tijd om goede raad te vragen. Deze stokoude man geloofde zeer in de geestkracht van schepselen, en gaf  Lot de goede raad om drie boeken te gaan lezen. Een over de wereldgeschiedenis, één over natuur en wetenschap en één over de menselijke psyche. Hij moest deze boeken weghalen van het eiland  “ De problematische mens” en kreeg als nadrukkelijke opdracht om daar vooral recht heen te varen en zich niet te laten verleiden door de zich als vermomde godinnen voordoende vrouwen van plezier aan de oevers van de rivier. Dat gold ook voor de terugweg. Hij mocht zijn plicht zeker niet verzaken. Wanneer hij deze drie boeken drie keer grondig zou hebben gelezen, zou hij zo wijs zijn geworden, dat hij  in het bezit zou komen van de Heilige Geest , waardoor hij in staat zou zijn om “Toeval” zwanger te maken.
En inderdaad , nadat “Lot”deze drie boeken drie keer had gelezen, waar hij overigens wel drie jaar over deed, wist hij “Toeval” te bezwangeren.
Lot en Toeval waren natuurlijk zeer ingenomen met dit kind en noemden hem “Niets” om hem bescheiden te doen overkomen en agressie bij de ander te beteugelen. zoals een hond zich beschermt door op zijn rug te gaan liggen, wanneer hij bedreigd wordt door een grotere hond. Om hem nog meer te beschermen werd hij overgoten met een goddelijke liefdeszalf. Liefde overwint tenslotte alles nietwaar. Ook kreeg hij de goede raad: “Zorg ervoor dat je altijd trots kan zijn op jezelf”.
Niets groeide dus op in een zeer veilige, liefdevolle en beschermende omgeving. Behalve enkele kleine incidenten duidde er werkelijk niets op dat Niets in de problemen zou geraken. Maar……., waar de ouders van Niets geen rekening mee hadden gehouden, werd al op zijn 11e levensjaar zichtbaar. Hij ontwikkelde zoveel liefdesgevoelens voor zijn vrouwelijke levenswens, dat hij er zelf dodelijk verlegen van werd. En deze verlegenheid  werd  in plaats van minder, alleen maar erger. Of zij nu Liesbeth de Swart,  Marieloes Reek, Ria Smit, Gerda de Dood,of hoe dan ook heette, een roodharige, zwarte  of een blondine was, Niets werd alleen maar meer verlegen en zijn trots om niet afgewezen te worden ook.
Het dreigde zo een grote ramp voor Niets te worden, dat zijn moeder besloot om in te grijpen. Zij halveerde zijn liefdesgevoelens en liet hem een keer veranderen in een paardenruiter met rijlaarzen.
Daarop werd hij aangesproken door een bijdehande en niet al te principiële jongedame, “Ergeramt” genaamd,waarmee hij zijn eerste sex-ervaringen ging delen.

Maar Niets was en werd daar natuurlijk niet gelukkig van. Zijn vader heeft naar het schijnt hem nog van een grote dwaling proberen te behoeden door “Ergeramt” nog bij een zeer zwaar  auto-ongeval  te  betrekken, maar deze poging zou een averechts effect sorteren.  “Ergeramt bleek zwanger en Niets zijn zware zelfdiscipline, plichtsbetrachting, grootmoedigheid, rechtvaardigheid, en gewetensvolheid inclusief onervarenheid stonden garant voor een totaal verkeerde beslissing. Daarmee vloekte hij onbewust tegen zijn eigen vader, het geen hem in latere tijden nog zwaar zou gaan opbreken.

Niettegenstaande de vele kansen, die hij voor open doel heeft gekregen, met name die van Marie José, in een tijd waarin zijn vrouw allang al vreemdgaanneigingen vertoonde, Niets bleef trouw aan zijn principes en werd eigenlijk  alsmaar ongelukkiger en durfde niemand daarover iets te vertellen uit pure schaamte. Uiteindelijk vertrok zijn vrouw  en met haar zijn opgestookte kinderen “Nidrama”en  “Ariamanen”  en bleef hij alleen achter in diepe droefheid en verlatenheid… ….

maandag 19 september 2011

La Palma


Een fantastisch mooi eiland in de Atlantische Oceaan ongeveer 500 kilometer uit de kust van Marokko. Het is één van de zeven Canarische vulkaaneilanden. Een bergeiland waar het Oosten van het Westen wordt gescheiden door een geweldige berg de Caldera. In het Westen schijnt veel meer de zon dan in het Oosten. Het eiland lijkt wel twee verschillende klimaten te hebben.
Wij waren er twee weken in het begin van september 2011 en hadden deze keer een hotel geboekt en vanaf het begin ook  een huurauto, waarmee wij dagelijks op pad gingen om de mooiste plekken te bezoeken. Tevens om bergwandelingen te maken.

Het eiland is niet zo groot ( ongeveer 50 bij 30 kilometer), maar dat wil niet zeggen dat je er snel je eindbestemming kan bereiken. De hoofdweg slingert alle kanten op en gaat op en af en daardoor kan je met goed fatsoen niet snel rijden.

Twee keer hebben wij de Caldera bezocht en beklommen, twee vulkanen beklommen, twee moeilijke bergwandelingen gemaakt, de hippiegrotten bezocht in het Noorden, de zoutvelden in het Zuiden en Los Lanos en de hoofdstad Santa Cruz bezocht, waarbij wij tevens op mijn verjaardag een dierentuin(tje) hebben bekeken.

Twee keer naar het strand en zwembad  en de herinnering van de krachtige opspattende zeestroom tegen de rotsen in Bombilla en de ondergaande zon in Puerto Naos in ons geheugen proberen vast te leggen.


Het hotel in Puerto Naos was super de luxe, alwaar de champagne bij thuiskomst op 14 september inclusief bloemstuk en glazen klaarstond om de jarige job aangenaam te verassen.


Van de oorspronkelijke bewoners hebben wij weinig gezien. Zij schijnen ook niet echt van de toeristen te houden maar meer te gedogen. Een noodzakelijk kwaad dus eigenlijk.

Ergerlijk was ronduit het rijgedrag van de inheemsen. Zij rijden veel te snel en zitten zomaar vlak achter je en ergeren zich op hun beurt aan hun “langzame” voorgangers.

Ook ergerlijk was de weg naar een arts, die wij  moesten bezoeken, wegens een insektenbeet in de lies van Hannie. Hij woonde 30 kilometer van het hotel in de steile bergen en vroeg voor een consult van 10 minuten maar lieft 80 euro. Claus Voss sprak Duits en de medewerkers in de medische centra (medico de centro) alleen maar Spaans. Zij sturen de niet-spaans sprekenden door en weten je niet te vertellen hoe je de medicijnen in moet nemen.

De Belgische hostess wist ons bij aankomst op het vliegveld vrij behendig de verkeerde kant op te sturen om onze huurauto op te halen en repte met geen woord over de medische voorzieningen tijdens haar (overigens goede) presentatie, waarbij zij de bijkans perfecte toon aansloeg om de toehoorders in de bussen voor de (dure) excursies te krijgen.

Wij zouden ook nog naar Los Tilos in het Noorden, maar zijn daar niet meer aan toe gekomen. Een goede reden om nog een keer naar dit sprookjesachtige eiland te reizen.

Jan Posch, 19 september 2011.

woensdag 31 augustus 2011

Friezen en Limburgers


Dat economen,  zakenbankiers, hedgefonds-beheerders, toezichthouders en  analisten een geweldige bijdrage leveren  aan disfunctionerend leiderschap behoeft geen betoog meer.
Dat Berlusconi zwicht voor voetbalmiljonairs verbaast mij ook niet.
Dat de verkrachter "De Stijve Kwak"  vrijuit gaat  is een logisch uitvloeisel van een doorgerot rechtssysteem.
Dat een hysterisch wijf er ziekelijke fantasieën  op na kan houden was mij  ook al een tijd bekend.
Dat interimmanagers, adviesbureaus, projectgroepen, coördinatie-commissies bureaucratische geldverslinders zijn,  zal inmiddels ook wel doorgedrongen zijn.
Maar dat er in Friesland bijna niemand (uitgezonderd de media) echt Fries spreekt en dat ze in Limburg nu ook een eigen taal willen was mij tot nu toe onbekend.
Wanneer ik beweer, dat de mensheid verziekt is krijg ik een storm van kritiek over mij heen. Niemand die dat wil horen en zeker niet van mij. De ontkenners van deze boodschap zijn echter de ware vijanden van de vooruitgang en de  hoeders van dit Kwaad.
Zelf heb ik de hoop op een goede afloop allang  opgegeven. Dat zal duidelijk zijn. Toch kan ik nog warmlopen voor een enkele uitzondering.
Zo een uitzondering is bijvoorbeeld de Belg Guy Verhofstadt. Wat hij beweert is mij uit het hart gegrepen.
Een federaal Europa, inclusief euro-obligaties. Landen, die niet kunnen betalen verliezen hun autonomie (totaal) aan Brussel.
Weg met het nationalisme, lang leve onze multiculturele samenleving.
Ik zou eraan toe willen voegen:  weg met het kapitalisme. Laat iedereen met een inkomen van boven de 200.000 euro per jaar 95 % inkomstenbelasting gaan betalen.
Lang leve het vrije handelsverkeer over de hele wereld. En wat het onderwijs betreft: Laat iedereen naast zijn moedertaal nog één taal leren. Esperanto genaamd. Dat lijkt mij uitermate erbij passend.
En wat  gentechnologie betreft:  laat die in hemelsnaam zijn gang gaan, in plaats van tegen te werken. De wereld zal deze technologie nog hard nodig hebben. ( Paul Anderson).
Het klootjesvolk beschouwt  deze uitspraken als van de duivel in eigen persoon, zij hechten zo een geloof aan  hun eigen mening, dat deze gedachten hen woedend maakt. Net zoals de gereformeerden op uitspraken van de Paus, maar  deze Gereformeerde beseft tenminste dat het Kwaad ook in hemzelf ligt. Dat ben ik weer eens gloeiend met je eens , Arnon.

Jan Posch,  31 augustus 2011.

donderdag 11 augustus 2011

De trieste zomer van 2011.

 
Einde van onze welvaart, China op de kaart,
Behalve Australië een wereld in verval,
Europa en de Verenigde Staten.
Rovers in de Engelse straten,

Assad in Syrie vermoord zijn eigen onderdanen,
Honger in Afrika, corruptie in  Zuid-Amerika,
Moordpartijen in Mexico, Maffia in Italië,
Noorwegen huilt ,  kerken in de doofpotten.

Schuldenbergen rijzen als  lullen omhoog,
Voorzitters stelen als raven,
Armoedzaaiers als ratten in de val,
Boeren als vergiftigers en vervuilers, koeien zomers op stal.

De ellende heeft toegeslagen,
Chaos en verloedering troef,
De commercie heeft het hoogste woord,
Met de media als bondgenoot.

Waanzinnige bedragen als salarissen,
Voor onze moderne circusnarren,
Onbestraft mogen zij van ons stelen,
En genoegzaam voor  mooi weer blijven spelen.

Graaien, naaien  en paaien, in grote aantallen,
Naapen en papegaaien,
Liegen en bedriegen,
Niets is heilig voor onze categorie linkeballen.

Plunderen, roven en moorden,
Verkrachten,  …… en ga zo maar door,
Deze trieste zomer van 2011,
Daar schaam ik mij voor.


Jan Posch, 11 augustus 2011.






,



zaterdag 25 juni 2011

Kinderverkrachting.


Het misbruik in de katholieke kerk is inmiddels ongenoegzaam bekend.  Over de hele wereld hebben de paters en priesters zich aan kinderen vergrepen. Zij proberen nu hun smerige handen te wassen door hun vunzigheid af te kopen.

Maar niet alleen in de kerk zijn kinderen de dupe van de gefrustreerde geilheid van hun toezichthouders. Ook in de jeugdzorg vergrijpen zich de begeleiders zich aan de hun toevertrouwde kinderen. Het schijnt schrikbarend  te zijn.

Een commissie onder leiding van  Rieke Samson heeft onderzoek verricht naar seksueel misbruik van kinderen vanaf 1945 die onder verantwoordelijkheid van de overheid uit huis zijn geplaatst in tehuizen of pleeggezinnen.

Dit misbruik neemt  alleen nog maar toe, in ernst, in duur en in aantal keren per tijdsperiode.

Sommige kinderen worden zodanig gepenetreerd dat zij er blijvende lichamelijke schade van oplopen. Zij moeten bijvoorbeeld een stoma (= kunstmatige uitgang) krijgen om nog hun behoefte te kunnen doen. Niet alleen in Syrië worden kinderen dus mismaakt.

De duur van het misbruik is vaak jarenlang en het gebeurt soms elke dag met kinderen.

Eigenlijk is het te walgelijk voor woorden. Pleegvaders en mannelijke professionals bezondigen zich het vaakst aan deze vergrijpen, middels handtastelijkheid,  verkrachting en  lustbevrediging middels de mond .

Pleegmoeders weten het vaak en houden hun mond. Sommigen uit angst en anderen schijnen zelf klaar te komen bij het zien van deze ontucht.

De kinderen die deze praktijken aan het licht brengen worden heel vaak niet gelooft. Met 60% van deze aanmeldingen wordt niets gedaan.

Kinderen durven deze verkrachtingen uit schaamte of uit pure angst niet te vertellen en wanneer zij dat wel doen , krijgen zij het verwijt, dat zij proberen uit het pleeggezin of tehuis te komen. Boven dien zijn veel van deze slachtoffers al in hun eigen gezin verkracht, want binnen de gezinnen zelf schijnt het ook heel vaak voor te komen.

Ja, Bert, dan kun je wel zeggen, steek die 200 miljoen maar in je reet, Halbe Zijlstra, maar je moet zelf maar eens een paardenlul in je anus gedouwd krijgen.

Het grote probleem is natuurlijk weer de bewijsvoering, waardoor deze zaken eigenlijk niet echt aan de oppervlakte komen. Daarom is het nieuwe registratiesysteem voor (pedofiele) vrijwilligers in het verenigingswerk een zeer grote vooruitgang.

Maar wat moeten we nu doen met deze bovengenoemde verkrachters?  In Syrië worden vreedzame demonstranten hun penis afgesneden, zitten vol met brandwonden, gaten en verbrijzelen ze daarna hun nek.

Laten we ze allemaal een commando-training geven, waarbij zij tijdens het parkoers te maken krijgen met potentiële verkrachters. Degenen die aan de eisen voldoen worden  naar Libië gevlogen om Tripoli te gaan bevrijden. Als dat gebeurt is , gaan ze naar  Syrië om de familie Assad uit te moorden. Degenen die terugkomen krijgen van mij een lintje, met als opschrift : “bevredigend afgelopen”.


Jan Posch, 24 juni 2011.

donderdag 23 juni 2011

Slachtpartijen.


Iedereen heeft een mening. Ik ook. Maar wie heeft de overtuiging. Wie komt het meest dichtbij de Waarheid, bij de ware ontleding van de werkelijkheid. Wie heeft de ware kennis om tot een schitterend gefundeerd oordeel te komen, zo die al bestaat, en ook zijn er verschillende gezichtspunten naar een  object en leiden er meer wegen naar Rome.

In de meningsvorming rondom het verbod op de rituele slacht heeft Arnon Grunberg in ieder geval mijn sympathie voor hem op een grandioze manier weten te verspelen. Zijn heilige Joodse geloof  ( en morbide gedachten) doet hem van  de juiste weg afdwalen met zijn stellingname, dat  het bij deze afschaffing niet gaat om het pijnloze dier  maar om de verminking van zijn heilige joodse geloof.

Uitgerekend de christelijke partijen (CDA, SGP en Christen-Unie) waren tegen het verbod op onverdoofd slachten. Tel daarbij ook het Joodse geloof en de Islam en wij kunnen constateren dat  de rentmeesters van  ons Godendom  de  moordpartijen in stand willen houden, zoals zij dat al sinds mensenheugenis en jaar en dag gewend zijn. 


Om  te voorkomen dat feiten mijn verrukkelijke mening in de weg staan, geef ik de navolgende stellingen ter overweging:


1.

Sommigen beweren dat het doorsnijden van de halsslagaders  ruim voldoende is voor het verliezen van het bewustzijn wegens het wegvallen van de bloeddruk en dat zoiets bij verdoving nog maar de vraag is, wegens de niet afgenomen hartfunctie. (lees: bloedtoevoer naar het pijncircuit in de hersenen)


Zou U de keus hebben tussen direct afgeslacht te worden met een mes of  eerst verdoofd worden, voor welke optie zou U dan kiezen?




2.

Is godsdienstvrijheid  belangrijker dan de wetenschap.?


Ik geloof dat mijn buurman een  grote crimineel is.  Ik dood hem met een vlijmscherp mes. Hij voelt er niets van.  Zou ik wel of niet opgepakt worden?

De wet is er voor iedereen.  Niet iedereen heeft dezelfde hobby.


3. Zijn de reguliere (  gebruikelijke) slachtpartijen  erger of net zo erg dan de rituele slachtingen?
Alhoewel beroepspraktijken voor hobby’s gaan, zou daar , als dat het geval is, ook tegen  opgetreden moeten worden.


Laat ik hopen dat mijn, niet zelf gekozen, vertegenwoordigers,  de moed zullen hebben om deze keer eens geen zacht ei te leggen, of een halfbakken, onduidelijk en onwerkbaar compromis te baren. Maar ik vrees het ergste, onder druk wordt immers alles vloeibaar.




Jan Posch, 23 juni 2011.




woensdag 22 juni 2011

Over wil, vrije wil, moraliteit en vrijheid.

A .


 1.Beschikken wij over een vrije wil?  

2 .Waar zetelt onze wil en wat is onze wil?

3. Wat is moraliteit , hoe ontstaat/ontwikkelt  zich deze? Of is deze aangeboren?

4. Zijn wij als mens vrij?

5. Is onze wil hetzelfde als ons denken? Of is het meer.  Is het hetzelfde als ons ego, of is het   ons zelfbewustzijn?

6. Wat is het verschil tussen willen en wensen? Heb ik de vrijheid om te kunnen willen?

7. Is ons leven een kwestie van toeval of van voorbeschikking en wat is de relatie daarmee met onze wil?

8. Hebben wij wel te willen of moeten wij ons te allen tijde aanpassen aan de omstandigheden en wat is de relatie met noodzakelijkheid?

9.  Wat is de relatie van moreel handelen en vrijheid van willen.

10. Wat is de relatie tussen kunnen en willen?


Naar mijn mening is onze wil synoniem aan ons zelfbewustzijn. Wij zijn als het ware onze wil, ons ik.  Dat betekent dat de vraagstelling moet luiden. Is de mens vrij, zijn wij zelf eigenlijk wel vrij, Het zal duidelijk zijn dat vrijheid een rekbaar, subjectief en relatief begrip is. 

Wij zijn  gebonden aan ons lot. Niemand heeft ons gevraagd om op deze wereld te komen en ook moeten wij er weer van af, ongeacht of wij dat willen of niet. Wij zijn ook gebonden aan onze omstandigheden en ook aan ons karakter en aan onze aangeboren vaardigheden of te wel onze talenten.  Wij zitten als persoon op een bepaalde manier in elkaar en daaraan zijn wij gebonden.

In het maken van keuzes zijn wij vrij, maar wanneer wij eenmaal een keuze hebben gemaakt zullen wij moeten afzien van al die andere keuzemogelijkheden. Wij  beperken onszelf door ons vast te leggen in het nemen van een besluit of beslissing. Zo gesteld werken wij dus mee aan onze eigen onvrijheid. Door het nemen van een besluit beperken wij als het ware onszelf.

Ook zal  een gegeven entiteit zoals een mens feitelijk is, altijd weer kiezen voor hetzelfde , wanneer wij ons leven over mochten doen. Schopenhauer beweert om die reden dat de mens daarom geen echte vrije wil heeft.

Maar onze wil is feitelijk wel vrij, want wij zijn in staat om onszelf vrijwillig beperkingen op te leggen. Dat geldt met name voor moreel/zedelijke handelingen. Mandela liet zich vrijwillig opsluiten op Robbeneiland voor de goede zaak. Titus Brandsma liet zich doodmartelen op grond van zijn overtuigingen. Ook principes leiden dus tot meer onvrijheid.

Dus in de ethische handeling kunnen wij onze  wilsvrijheid betonen, die onherroepelijk zal leiden tot een insnoering van buitenaf Hier speelt dus een strijd tussen individu en een Staat of andere individuen. 

Maar ook wanneer wij te kwader trouw zijn kunnen wij wilsbeslissingen nemen, op straffe van insnoering van onze vrijheid Hier gaan  dus ziekte en verslaving een rol spelen..

De mens is slechts vrij indien hij zich weet aan te passen aan zijn omgeving, maar daarmee is hij feitelijk niet vrij. Indien hij dat niet wil leeft hij dus in onvrijheid. Ook kunnen wij  niet alles doen wat wij zouden willen, doordat dan de vrijheid van een ander beperkt wordt.

Wij zullen dus om vrij te worden onze wil moeten laten varen en ons schikken in het machtige lot. Ik gebruik het begrip Lot dus, waar anderen het begrip God zouden gebruiken. Het hoogste goed wat een mens gedurende zijn leven kan bereiken, noemen de Boedisten het Nirvana. Jezelf overgeven aan het Lot en beseffen, dat je eigenlijk Niets bent.

De  mens is onvrij:  bij zijn geboorte  hij heeft er niet om gevraagd.  Gedurende zijn opvoeding is hij afhankelijk van zijn opvoeders. Daarna moet hij zichzelf zien te vinden om vervolgens slaaf te worden van zijn  geslachtsdrift.  Hij moet concurreren tegen zijn lotgenoot en is slachtoffer van zijn sexprobleem. Hij heeft zijn gezondheid niet in zijn hand , is afhankelijk van  zijn eigen karakter van de omstandigheden en ga zo maar door. Hij moet zien te overleven in de jungle, die maatschappij heet.

Slechts in het beperkte speelveld van de zedelijke handeling kan de mens zijn vrijheid ( zijn vrije wil)betonen.
Een mens kan op grond van zijn geweten een beslissing nemen die hem onvrij doet zijn. Vergelijk iemand die geen afstand doet van zijn geloof en overtuiging in noodsituaties, zoals de godsdienstvervolgingen.  Maar ook kan iemand trouwen met een persoon die hij weliswaar niet gelieft maar louter op grond van gewetensvolheid om die ander niet te kwetsen, indien die zwanger is van hem en in een ziekenhuis is komen te liggen met gebroken armen, benen en een hersenschudding..   In de ethiek kan iemand dus een vrije keuze maken die past bij zijn persoon maar die feitelijk helemaal niet goed voor hem is. Daarom is de natuur heersend over de ethiek en moet ook de persoon zijn meerdere in de natuur erkennen. 

Sartre gelooft wel in de vrije wil van de mens. Hij zet deze zelfs centraal en stelt dat deze op grond van zijn keuzes tot morele verantwoordelijkheid moet komen.  De mens beschikt over een vrije wil die hem tot mens maakt, tot een specifieke entitieit.

Spinoza gelooft ook niet in een vrije wil. Hij ziet  God niet als persoon die doelgericht is, maar als overal in de natuur. Alles is God.  Omdat God alwetend is en  bekwaam behoeft hij niet doelgericht te handelen,  Spinoza was er bijna, Vervang het woord God door het woord Lot en je hebt de waarheid binnen handbereik. Het Lot is allesomvattend , overal en oneindig en volmaakt doordat alles wat gebeurt geen vooropgezet plan van wie dan ook is. Het is zoals het is. Het gaat, zoals het gaat, en als het anders gaat, gaat het ook (Brecht). Daar zit ook geen zedelijke kracht achter. De enige kracht die hier speelt is de  natuurkracht.. Niet alleen de zwaartekracht/ kernkrachten en de electro-magnetische krachten, maar ook de oerkrachten van de sociale wetmatigheden.
Wij zullen ons dus moeten aanpassen aan die natuurkrachten en zoniet, dan komen wij in moeilijkheden.  Tegen de stroom in roeien is zeer moeilijk , kan wel, maar dat is onnatuurlijk. Onze wil is dus ons probleem. Wij moeten onze wil zien te overwinnen en dan legt de weg open naar de Gelukzaligheid.

Sartre stelt dat wij door te kiezen moreel verantwoordelijk  zijn voor onze daden en onze vrije wil bepaald door te kiezen wat zedelijkheid is. Bij hem is zedelijkheid dus geen objectief gegeven zoals bij Kant.

Kant namelijk, stelt via zijn categorische imperatief  de moraliteit als een objectief gegeven. Deze regels zijn er en daaraan moeten wij ons onderwerpen.

B.


“Ik heb de vrije wil om alles te willen, maar niets te doen”  ( Jan Posch).

Willen en kunnen zijn  als een twee-eenheid. Zij zijn aan elkaar gekoppeld, en daarom zijn Geest ( willen) en Materie ( handeling en fysieke daad)  aan elkaar verbonden. De een kan niet zonder de ander. In de handeling komt iets tot stand.  Creativiteit en  Natuur zijn dus onze oorzakelijkheden, waardoor beweging plaatsvindt. 

In zijn verslaving komt de onvrijheid van de mens het meest tot zijn recht. Een mens is behalve zijn moraliteit, niets meer dan een organisch geheel, dat onderworpen is aan de natuurkrachten.

Slechts in zijn  zedelijk besef en handeling ,  komt hij tot waarachtig mens-zijn en spijtig voor hem leidt dat ook tot zijn ondergang. In de drama’s van Shakespeare  wordt dat ten volle beschreven en uitgewerkt.




Hoe komt iemand tot moreel besef, hoe ontwikkelt zich een geweten?

Hier speelt het bewustzijn een grote rol. Hoe meer iemand zich bewust is van zijn en andermans tekortkomingen , hoe toleranter en milder , hoe genuanceerder hij zal worden en denken. Vergelijk de dominee met zijn wereldbeeld van menselijk falen. Maar ook het bewustzijn moet ontwikkelt worden via allerlei hersenverbindingen.

Volgens Schopenhauer komen wij via het begrip medelijden tot  een morele handeling en dat lijkt sterk op de bewering van Dick Swaab in zijn  “Wij zijn ons brein”, wanneer hij spreekt over empathie, het gevoel zich in te kunnen leven in de ander. Een psychopaat kan dat niet.
Hij stelt dat ons moreel handelen voortkomt uit een neuro-biologische oorzaak. De hersencellen in de z.g. prefrontale schors zouden zeer belangrijk zijn om onze moraliteit te ontwikkelen. Maar niet alleen die. Ook de recentelijk ontwikkelde neo-cortex, en  de  van oudsher ontwikkelde temporaal en parietaal kwab met netwerken onderling zouden van groot belang zijn voor deze ontwikkeling. In ons moreel denken en doen is ook sprake van een ontwikkeling. Wanneer er meer verbindingen gevormd worden tussen sen de verschillende hersengebieden is de kans groter op moreel gedrag. In de evolutie moesten wij ons aanpassen aan de groep om te kunnen samenwerken en overleven en  vijanden maken was een slechte vorm van overleving. Lijmen met de ander leverde meer overlevingskansen op, ziedaar de reden voor onze geëvolueerde hersenverbindingen.

C.


In de rechtsfilosofie wordt een onderscheid gemaakt  tussen  opgelegde rechtsregels ( bestaand rechtstelsel ) en  ons natuurrecht. Het morele begrip rechtvaardigheid ( net als waarheid ,schoonheid  en goedheid) stijgt ver uit boven onze rechtsregels.  Dit begrip gaat boven wat mensen goed of kwaad vinden.

De christenen willen ons doen laten geloven dat  ons gezag en alles wat daarmee samenhangt door God gegeven is. De menselijke autonomie wordt daarmee verloochent. De 10 geboden en de Bergrede bepalen de wetten van goed en kwaad. Zo ook de Sharia bij de moslims en de vijf voorschriften bij de boedisten. Daar wordt voor ons gedacht. Bij de Staatkundig Gereformeerden bepalen zelfs vreemde indringers/machthebbers het gezag. Daardoor kwamen zij in de tweede wereld oorlog in de problemen. Koningen en Prinsen en Overheden moeten de verdorven mens in toom houden. “Gij zult de borsten der Koningen zuigen”prediken onze zwarte kousen. De adel staat bij hen hoog in het vaandel, Wim! Gods woord is voor eeuwig en verandert niet. Calvijn, de kettermoordenaar blijven zij beschermen en in ere houden. Over totalitaire houdingen gesproken. De vrouw is genomen uit de man. Zij is tegelijk ondergeschikt aan de man, maar ook niet  minderwaardig aan de verantwoordelijke man. Over kromheid in denken gesproken.

Nogmaals , in de morele handeling kan de mens zijn vrije wil laten zien. Ondanks al zijn beperkingen van binnenuit en buitenaf, kan de mens wel degelijk tot een zelfstandig denkend en handelend moreel en zedelijk besef komen. Daar heeft hij God niet voor nodig.  Maarten Luther .”Hier sta ik, ik kan niet anders”, dacht er natuurlijk anders over. Dat moest uitgerekend de vertegenwoordiger van het vrije woord Geert Wilders hem ook nog zo nodig nazeggen tijdens zijn  proces.

Indien iemand beweert dat de mens geen vrije wil heeft, dan geeft degene die dat beweert daar toch blijk van? Hij kan en wil dat toch zeggen in volle vrijheid.

Wanneer iemand zich ontwikkelt heeft tot een vrij mens en tot een zelfstandig denkend wezen en kritisch individu, ( hetgeen de doelstelling is van het onderwijs), en hij geeft daar blijk van, waarom staat hij dan gelijk bloot aan scherpe kritiek en achterdocht van het gezag. Waarom  vormt hij dan een groot gevaar voor de zittende en gevestigde macht , wat dat ook moge zijn?
Waarom werden de dissidenten in Rusland, zoals Sacharov en Solsjenitschin als een gevaar gezien.

Hoe kan iemand met een hoge intelligentie als Dick Swaab met zoveel stelligheid en aplomb beweren dat een vrije wil op  een illusie berust, waar zoveel filosofen elkaar tegenspreken en een zekere Jean Paul Sartre het tegendeel beweert. Hoe kan een mens zich vrijmaken, zonder een eigen vrije wil?  Of zit Dick Swaab op grond van zijn eigen neuro-biologische structuur zodanig in elkaar, dat hij tot geen andere conclusie kon komen? En datzelfde argument zou dan ook opgaan voor iemand als J.P.Sartre?

Ze zeggen dat de mens naar het evenbeeld van God geschapen is. Had God dan ook geen vrije wil? Hoe heeft hij dan in Godsnaam de hemel en aarde en de mens weten te scheppen. Kon hij echt niet anders? Of verloor de mens die vrije wil door van de verboden vruchten te eten? Dat was dan behoorlijk stom van God, dat hij dat niet voorzien had, en dat voor een Alwetende, Almachtige.

Wanneer iemand voor de vrijheid van de wil zou moeten pleiten, zou dat toch een  wetenschapper als Dick Swaab moeten zijn. Als geen ander kent hij de neuro-biologische structuren in de hersenen van mensenhoofden. In zijn zeer leesbare boek “Wij zijn ons brein”, geeft hij onder meer aan, dat de ontwikkeling van moreel gedrag ontstaat en zetelt in de  prefrontale cortex ( = voorhersenschors) De ploegbaas Gabe kreeg een ijzeren staaf door zijn hoofd en verloor daardoor zijn verantwoordelijkheidsgevoel.

Darwin (geen pleitbezorger voor de vrije wil) beschreef  dat moreel gedrag ontstond door sociale instincten , die belangrijk waren voor de overleving van de groep. Moeten samenwerken dus. (apen, wolven, olifanten) Bovendien schijnen (sommige) dieren ook medegevoel te hebben voor hun soortgenoten.

Ook vele andere hersengebieden zijn betrokken bij het nemen van morele beslissingen, Zoals de temporaal kwab, met een amandelvormige kern (amygdala) en de hypothalamus Interacties tussen de verschillende hersengebieden zorgen voor emoties zoals schaamte, schuldgevoel, walging, woede, medelijden trots verachting, dankbaarheid, verontwaardiging.. Beschadigingen van de prefrontale cortex leiden tot immoreel gedrag (psychopaten)

Neen, Dick , dan is de godsdienst consistenter in hun filosofie. De mens heeft geen vrije wil, Die is voorbehouden aan zijn schepper. Het Christendom heeft een zeer lage dunk van de zondige mens. Die moet in toom gehouden worden door een door God gegeven gezag. Ook al is dat gezag afkomstig van een vreemde machthebber en ook al bestaat die machthebber uit een optelsom van individuen.

D. Vragen.

1. Moeten geestelijk gehandicapte mensen ook verantwoordelijk worden gesteld voor hun daden? Of geldt voor hen een uitzondering?

2. Indien wij geen vrije wil hebben, waarom worden wij dan wel geacht ons aan de wet te houden en worden wij wel beboet, indien wij ons niet aan wetten  en regelgeving  houden.?
Wij hebben toch ook de vrije wil om geen gordel te dragen. Om geen helm op ons hoofd te zetten, ook al belemmeren we onszelf dan in onze eigen vrijheid.


3. Kunnen mensen wel moreel handelen en toch geen vrije wil hebben?

4. Kunnen mensen wel  autonoom zijn en toch geen vrije wil hebben?

5. Komt een mens zelf tot een zedelijke handeling via zijn besluiten, zoals Sartre beweert of  bestaan er inderdaad  onafhankelijke (Platoonse) Ideeën zoals Rechtvaardigheid, Waarheid, Schoonheid  en Goedheid, waar wij ons aan zullen moeten houden?.


E. Conclusies.


De mens is tegelijkertijd een autonoom wezen met een hoog of minder hoog gehalte aan zedelijk waarden en normbesef en moraliteit, maar ook (en meer nog)  een beperkt en ingesnoerd wezen gebonden aan natuurwetten. Bovendien is hij een kuddedier. De machthebbers zijn in principe bang voor de elkaar nalopende en alles vertrappende kuddes en horden.
Ook is hij  een verscheurd wezen in zichzelf, onderworpen aan twijfels, en mengsels van haat en liefde..Hij wil macht, ( Nietzsche en Thomas Hobbes)……) en  maar kan ook liefde en meegevoel opbrengen voor andere wezens. Hij is allebei.




Antwoorden, bij A.

  1. Ja en Neen. Hij heeft enige speelruimte.
  2. Hij zetelt in ons zelfbewustzijn en is het menselijk streven,
  3. Dat is het besef van zedelijkheid, normen en waarden en zetelt in de prefrontale hersenschors en ontwikkelt zich via een netwerk van hersenstructuren.
  4. In principe zijn wij onvrij. Het lot bepaald. Wij zijn wel vrij in het maken van morele keuzes en kunnen ons wel gedeeltelijk ontworstelen aan ons lot via kennis en ervaring, waardoor wij onze wil beheersbaar houden.
  5. De wil is denken, voelen en bewustzijn, Ons ik dus.(=ego)
  6. Wij  kunnen niet willen willen. Ik zou wel veel kunnen wensen in gedachten, maar willen is gebaseerd op realiteit.
  7. Ons leven is toeval en wordt bepaald door het Lot. Van voorbestemming of predestinatie kan geen sprake zijn. Wij kunnen ons lot maar zeer beperkt beïnvloeden.
  8. Om te overleven zullen wij ons wel moeten aanpassen aan de omstandigheden. Des te minder je daartoe bereid bent, dus des te meer je je eigen wil laat gelden, des te moeilijker je het voor jezelf maakt.
  9. In de morele handeling komt onze wil wel volledig tot zijn recht.
  10. Dat heeft een causaal verband. De een kan niet zonder de ander. Een wil moet ook uitgevoerd kunnen worden, anders is het een wensgedachte.


Antwoorden bij  D


  1. Ja, maar degene die hen opdrachten geeft is ook verantwoordelijk voor hen.
  2. Wij hebben de vrije wil om in onvrijheid te leven.
  3. Neen, volgens mij niet.
  4. Neen, volgens mij niet..
  5. De mens is verantwoordelijk voor zijn eigen daden en bepaalt daarmee tevens zijn eigen zedelijkheid. Maar de  objectieve  waarden  komen verrassend dichtbij de Goddelijkheid  en  aangezien ik niet in God geloof, maar in het Lot,  moet ik eerlijk bekennen dat ik deze begrippen eigenlijk niet kan plaatsen en voor mij dus raadselachtig blijven, ook al  vind ik ze zelf levensbepalend en dus het einddoel van mijn reis.   Jan Posch, 21 juni 2011.