maandag 19 september 2011

La Palma


Een fantastisch mooi eiland in de Atlantische Oceaan ongeveer 500 kilometer uit de kust van Marokko. Het is één van de zeven Canarische vulkaaneilanden. Een bergeiland waar het Oosten van het Westen wordt gescheiden door een geweldige berg de Caldera. In het Westen schijnt veel meer de zon dan in het Oosten. Het eiland lijkt wel twee verschillende klimaten te hebben.
Wij waren er twee weken in het begin van september 2011 en hadden deze keer een hotel geboekt en vanaf het begin ook  een huurauto, waarmee wij dagelijks op pad gingen om de mooiste plekken te bezoeken. Tevens om bergwandelingen te maken.

Het eiland is niet zo groot ( ongeveer 50 bij 30 kilometer), maar dat wil niet zeggen dat je er snel je eindbestemming kan bereiken. De hoofdweg slingert alle kanten op en gaat op en af en daardoor kan je met goed fatsoen niet snel rijden.

Twee keer hebben wij de Caldera bezocht en beklommen, twee vulkanen beklommen, twee moeilijke bergwandelingen gemaakt, de hippiegrotten bezocht in het Noorden, de zoutvelden in het Zuiden en Los Lanos en de hoofdstad Santa Cruz bezocht, waarbij wij tevens op mijn verjaardag een dierentuin(tje) hebben bekeken.

Twee keer naar het strand en zwembad  en de herinnering van de krachtige opspattende zeestroom tegen de rotsen in Bombilla en de ondergaande zon in Puerto Naos in ons geheugen proberen vast te leggen.


Het hotel in Puerto Naos was super de luxe, alwaar de champagne bij thuiskomst op 14 september inclusief bloemstuk en glazen klaarstond om de jarige job aangenaam te verassen.


Van de oorspronkelijke bewoners hebben wij weinig gezien. Zij schijnen ook niet echt van de toeristen te houden maar meer te gedogen. Een noodzakelijk kwaad dus eigenlijk.

Ergerlijk was ronduit het rijgedrag van de inheemsen. Zij rijden veel te snel en zitten zomaar vlak achter je en ergeren zich op hun beurt aan hun “langzame” voorgangers.

Ook ergerlijk was de weg naar een arts, die wij  moesten bezoeken, wegens een insektenbeet in de lies van Hannie. Hij woonde 30 kilometer van het hotel in de steile bergen en vroeg voor een consult van 10 minuten maar lieft 80 euro. Claus Voss sprak Duits en de medewerkers in de medische centra (medico de centro) alleen maar Spaans. Zij sturen de niet-spaans sprekenden door en weten je niet te vertellen hoe je de medicijnen in moet nemen.

De Belgische hostess wist ons bij aankomst op het vliegveld vrij behendig de verkeerde kant op te sturen om onze huurauto op te halen en repte met geen woord over de medische voorzieningen tijdens haar (overigens goede) presentatie, waarbij zij de bijkans perfecte toon aansloeg om de toehoorders in de bussen voor de (dure) excursies te krijgen.

Wij zouden ook nog naar Los Tilos in het Noorden, maar zijn daar niet meer aan toe gekomen. Een goede reden om nog een keer naar dit sprookjesachtige eiland te reizen.

Jan Posch, 19 september 2011.