donderdag 28 november 2013

Gedichten van Moeder Posch (94) uit Oostzaan.


Gedicht van moeder   op 94e jarige leeftijd, ter vertroosting.

 

A “Jan”.

 

Als buiten de dagen kort zijn,

Is het binnen gezellig en licht,

Juist die tegenstelling,

Vormen een lijn van evenwicht.

 

Door het één , kan je het andere meer,

Als je dit weet te waarderen geeft dat leven zin,

Later heb je minder te begeren,

Leef je alleen in je herinnering.

 

Maar wie veel liefde geeft,

Zal innerlijk niet verarmen,

Dat je met je eigen licht,

Menig ander kan verwarmen..``

 

Trijnie Posch-Root op 25 november 2013,

 

 

B. “November”.

 

Als de bomen hun blad verliezen,

Als in de natuur niets meer groeit,

Als het nachts licht gaat vriezen,

Als de storm met de bladeren stoeit,

 

Als de zon niet door de mist heen kan dringen,

Als de vogels geen lied meer zingen,

Alles is  buiten koud en kil ,

Maar van de wolkenluchten word je stil.

 

Als je dit alles samenvat,

Kijk dan op één na laatste blad,

Van de kalender,

Dan kan ik mij vergissen,

Maar het kan haast niet missen,

Dan is het November/

 

Trijnie Posch-Root   ,  12 november 2013.


C.  Winter van toen.

Als sloot en plas waren dichtgevroren,
Dan was het voor ons kinderen feest,
Ondanks de Noordooster en met koude oren,
Zijn we vaak op het ijs geweest.

Zonder Noren of een slee,
Maar met een oude stoel,
Leerden we schaatsen.
Om na afloop , blij en tevree,
Met rode wangen en een hongerig gevoel,
Ons naar de broodtrommel te haasten,

De smaak van het broodje, met suiker en stroop,
Is nu, ondanks alles, nergens te koop,
De chocolademelk op de kachel,
Die roodgloeiend stond,
DE wanten en de schaatsen er weer achter op de grond.

En niet te vergeten,
De natte kousen met hier en daar een gat,
Die ons Moeder , na het eten nog te drogen en te stoppen had,

Rozig en rillerig met een warme kruik naar bed,
Nog nagenietend van de fijne ijspret,
Kwam Moe ons nog even instoppen,
Met een zoen,
Dat was onze jeugd van toen.

Trijnie Root-Posch.  5 december 2013.





Kerstmis.

 

Donkere dagen voor kerstmis,

Dagen, waarop het licht spaarzaam is,

Maar waar we allen naar verlangen,

Daarom gaan wij een boom behangen.

 

Die dat licht uit zal stralen,

Maar aan ons, die bepalen,

Of het wel zinvol is,

Gezien de rijkelijke en overvloedige dis.

 

Is het allemaal maar schijn,

Het gaat erom wie wij zijn,

Een beetje Liefde, maar ook begrip,

Voor onze medemens, daarom onze wens,

 

Om niet alleen in deze dagen,

Maar altijd elkaar te verdragen,

Om op ’t kerstfeest te bezinnen,

Moet je eerst bij jezelf beginnen.
 
Dan wordt  het voor een ieder die dit leest,
Een blij en een gezegend feest.

 

 

Erkenning.

 

Waarom deze versjes zijn geschreven,

Omdat ik hierin mijzelf kan zijn,

Want, in het diepst van mijn wezen,

Kon ik mijn gevoelens niet kwijt aan jou,

 

Als niemand luisteren wou,

Niet één had even tijd,

Dan zocht ik naar wat warmte en gezelligheid,

 

En in de kilte van deze tijd,

Greep ik naar mijn pen en schreef,

Wie ik was en wie ik ben.

 

Trijnie Posch-Root, (1919)

December 2014.

 

 
 

 
 







 

vrijdag 22 november 2013


Een verraderlijke sluipmoordenaar. /Diepere diepgang (2).
 
Wanneer  je eenmaal in een levensbedreigende situatie bent terechtgekomen , dan is het opmerkelijk hoe snel je ook dan weer aan de veranderende omstandigheden gaat aanpassen.
 
Dan durf je de dood op een bepaald moment  recht in de ogen te kijken. Kwaliteit van leven is een groot goed en wanneer je die kwaliteit niet meer zult kunnen bereiken, dan zal je moeten kiezen:  doorgaan en met minder genoegen nemen of stoppen en er op een acceptabele manier een eind aan maken.
 
Hoop doet leven en je zal de bereidheid moeten kunnen opbrengen om wilskrachtig door te vechten, maar er zijn grenzen. Pijn, geen smaak meer hebben, hele dag hikken, niet meer kunnen lopen of slapen wegens beklemde zenuwen zijn, bij elkaar opgeteld ,voorbeelden van zulke grenzen.
 
Iedereen zal dat dan vervolgens dienen te respecteren..
 
Met mij kan het nog alle kanten op; zowel de goede als de verkeerde kant.  Een kuur van bijna een half jaar zal uitsluitsel moeten geven over het verdere verloop. Het enige lichtpunt was geen botaantasting, maar het zal nooit meer worden wat het geweest is.
 
Maar echt bang voor de dood ben ik niet meer.  Integendeel, ik bereid me er iedere dag geestelijk op voor. Magere Hein zal geen verrassing meer voor mij betekenen.
 
Jan Posch, 20 november 2013.

maandag 18 november 2013

Diepere diepgang. (1).


Wanneer er op een stormachtige 1e novemberavond na negen uur twee onbekende vrouwspersonen voor je deur staan om je te vragen of je de heer Jan Posch bent en zo ja, of je jezelf  dan onmiddellijk naar het ziekenhuis in Drachten wilt vervoegen, wegens sterk afwijkende nierwaarden, dan sta je niet bepaald vrolijk te kijken.

 

Wegens de storm waren de telefoonverbindingen in dit gebied weggevallen, waardoor de huisarts mij niet kon bereiken op de gebruikelijke manier. Ook ik kon niemand bellen en ben daarom maar in de auto gestapt om vervolgens bij de specialistische hulp te horen te krijgen, dat daar eindelijk het verloren schaap was gearriveerd, waar zij al een halve dag op hadden zitten wachten. Ik mocht direct blijven en zou de volgende dag via internist Hovenga in het bijzijn van twee verpleegkundigen te horen krijgen dat ik er zeer slecht aan toe was.

 

Op mijn vraag hoe lang ik nog te leven had en of het niet verstandiger was om zelf per direct een eind aan mijn leven te maken, reageerde deze, op dit onderwerp gepromoveerde internist, nog redelijk positief; Je kansen zijn, als je geluk hebt 80%, wanneer de kuur aanslaat en dan hopen we maar dat je een gedeelte of meer van je nierfuncties terug krijgt.  , zo niet , dan moet je aan de dialyse. Aanvankelijk wilde hij mij de volgende dag naar Groningen sturen, maar dat feest ging achteraf niet door.

 

De volgende dag werd ik op nierstenen gecontroleerd en aangezien een grote steen mijn urineweg blokkeerde, hebben zij de volgende dag op zondag via een speciaal vrouwenteam een omleiding aangelegd via een zogeheten dubbel J katheder, ook wel drain genoemd. Vast gehaakt aan de rechternier en aan de blaas. Een verwijdering van de steen was op dat moment te gevaarlijk en belastend voor de nog aanwezige nierfunctie. Hij begon ook direct met zijn kuur en medicijnen.

Van al mijn botten ,( ook van de schedel) zijn foto's gemaakt. Ook heeft hij een beenmergpunctie uitgevoerd en daaruit bleek een grote toename van de witte plasmacellen ten koste van de rode bloedcellen. Oorzaak volkomen onbekend.

 

Ja, en dan is bemind worden ineens niet meer zo belangrijk. Dan is liefhebben ineens een veel grotere kunst geworden, een veel hoger gelegen ideaal.

In plaats van jezelf afhankelijk te maken van anderen, in plaats van op je tenen te moeten gaan lopen, hou je het initiatief in eigen hand en verlang je slechts naar zuivere oprechtheid en oprechte betrokkenheid. Clichés kunnen je dan gestolen worden. Wollig taalgebruik, gemeenplaatsen , holle frasen, nietszeggende retoriek , ze waren al zo onbelangrijk, maar je krijgt het nog directer naar binnen. Je kijkt dwars door alles heen en je leert een zintuig te ontwikkelen voor echte betrokkenheid en zuivere oprechtheid.

 

In het ziekenhuis zijn ze allemaal even goed voor je. Het zijn bijna allemaal schatten en ze proberen ieder voor zich het zo goed mogelijk te doen. De een houdt zich iets meer aan het protocol dan de ander, maar verschillen in kwaliteit blijven er natuurlijk.

Toch is je vrijheidsbeperking, zeker als je aan het infuus gebonden bent , hopeloos en moeilijk te accepteren. Je voelt je bijzonder ongelukkig en machteloos. Eigenlijk ben je in een soort martelkamer terecht gekomen, zeker wanneer je 12 keer per dag om de twee uur op bloedsuiker gecontroleerd wordt. Dus ook midden in de nacht.

Bloedprikken , temperaturen, bloeddruk opmeten, gewicht opnemen, eten brengen, koffie, thee, je bent er de hele dag zoet mee.

 

Het geval Ids Boersma.

 

Aanvankelijk kwam ik alleen in een kamer te liggen. Dat heeft drie dagen geduurd. Daarna kwam ik bij een man van 75 jaar te liggen die behandeld werd voor psoriasis. Hij had het over zijn hele lichaam en er was een bacterie bijgekomen.

Eerst praten wij wat over onze achtergronden, toen wij er achter kwamen dat wij een gezamenlijke kennis hadden (Bouke Jorna uit Tzum), en nadien konden vaststelden dat wij elkaar reeds 17 jaar kenden.(!). Wij brachten stro naar deze boer in Ureterp in de negentiger jaren, waar wij toendertijd ook nog een warme maaltijd hebben genuttigd.

Het werd een zeer aangenaam weerzien en hadden niet veel woorden nodig om onze gevoelens kenbaar en duidelijk te maken. We begrepen elkaar volkomen.

Behalve als Ids sliep , stond zijn mond niet veel langer stil dan drie seconden. Zijn vrouw kwam elke avond langs en zij kon bewonderingswaardig goed luisteren. Hij praatte maar door en dat deed hij ook indien anderen erbij waren.

Met iedereen ging hij in gesprek en wilde van alles van iedereen weten.

 

Ook met de zusters. Hij vond ze bijna allemaal poor-best en zorgde ervoor dat ze dat ook van hem hoorden. De zusters keken er wel doorheen natuurlijk, want in de zusterkamer wordt er ook nog wel flink gepraat.

Hij vond zichzelf niet eens zo sympathiek zei hij oprecht, waaruit bleek dat zijn mensenkennis fenomenaal was.

 

Wij werden op dezelfde dag naar huis gestuurd en daar verbaasde Boersma zich bijzonder over. Wat? Jij naar huis gestuurd? Hoe denk je dat aan te pakken? Je staat overal alleen voor en je hangt hier in de kettingen. De winter staat voor de deur, je hebt twee chalets, je moet zelf eten koken en kopen, je moet zelf de was doen, Hoe denk je dat voor elkaar te krijgen? Heb je hulp? Komen je dochters je helpen. Kun je ergens thuishulp krijgen?

 

Maak je geen zorgen Ids, dan heb ik wat te regelen en hoef mij niet te vervelen. Dan leer ik op mijn oude dag ook nog wat waarachtige zelfstandigheid betekent, dan leer ik mijzelf beter verzorgen en mogelijk ook nog beter  koken. Ook moet ik dan mijn chalets beter schoonhouden, en leer ik meer de kleine dingen waarderen.

Zelf was Ids niet erg zelfstandig. Hij liet zich graag helpen en vond het niet erg om in de watten gelegd te worden door de zusters. Zijn vrouw droeg hij op handen.

Hij was een hele aparte en bijzondere kerel en ik zal hem niet licht vergeten.

Jan Posch, 18 november 2013.