Zou
je te allen tijde alles moeten kunnen
mogen zeggen en schrijven?
Het
antwoord is ja, mits je daartoe geen anderen beledigt.
De
volgende vraag is dus: wanneer beledig je de ander? Die vraag is lastig te beantwoorden, want dat is voornamelijk een
subjectieve zaak. Ook objectief , maar dat is wel uit te leggen.
Het
punt is wederom de intentie waarmee je schrijft. Heb je de duidelijke bedoeling
om een ander of een andere bevolkingsgroep te beledigen dan is dat een kwalijke
zaak. Heb je de bedoeling om een in jouw ogen bestaande misstand aan de kaak te
stellen dan kan van belediging geen sprake zijn.
Vrijheid
gaat niet zonder verantwoordelijkheid. Er bestaat geen cultuur zonder geboden
en verboden. Je zult dus altijd aan een of andere vorm van zelfcensuur moeten
blijven doen om “beschaafd” te blijven.
De
nar/komiek/satiricus kan zich overigens in dit verband wel meer permitteren dan
de gewone sterveling.
Ook
in de zelfspot ligt een bron van vrijheid in deze. Wanneer je de kunst verstaat
om zelfironie te bedrijven, wanneer je jezelf belachelijk kan weten te maken,
is dat een werkelijke stap vooruit in dit beschavingsproces.
Een goede vriend is iemand die jou de waarheid durft te
zeggen. Een vervelende en ongemakkelijke waarheid durft te vertellen. Alle
sociale vooruitgang of verandering gaat gepaard met het bruuskeren van diep
verankerde gevoeligheden.
De
machthebber zit niet op die waarheden te wachten. Die wil in eerste en tweede
instantie die macht behouden. De reactionairen ( de salafisten van de Islam, de
rechtse republikeinen in Amerika, de zwarte kousen in Nederland) omarmen deze
behoudende krachten.
In
een open samenleving zijn fundamenten aanwezig om elkaars fundamentele
overtuigingen te bekritiseren. Dat recht moet niet ingeperkt of opgegeven
worden uit naam van tolerantie en/of
respect voor die machthebber.
Met
Charlie Hebdo zijn wij weer eens met onze neus op de bitterheid van de
realiteit gedrukt, maar we moeten niet vergeten wat er zich in de moslimwereld
afspeelt met de daar aanwezige vrijheidsdenkers als de schrijfster Taslima
Nasreen uit Bangladesh en de Iraanse blogger Soheil Arabi , die allebei moeten
vrezen voor hun bestaan.
Neen,
met een te rigoreuze inperking van het vrije woord zal je deze wereld niet veel
vooruit helpen en zeker niet wanneer je tot een minderheid behoort.
Jan
Posch, 10 januari 2015.