woensdag 23 november 2011

Vlees noch vis.


Laatst las ik in het schaakmagazine van de Nederlandse Schaakbond een verslag van voorzitter Peter Nieuwenhuis van de 125-jarige schaakclub Utrecht. Hij pleitte o.a. voor modernisering van het competitiewezen ( twee competities van vier maanden  in één seizoen) , samenwerking tussen verschillende schaakverenigingen binnen een bepaald gebied en ook voor afschaffing van de 13 regionale bonden. Alles kan  z.i. verwerkt worden op één persoonlijke  computer.

Een vooruitstrevend denker, een realist en een afscheidsspeech, waarin je wel eens meer waarheden uitgesproken hoort worden.

Dat moet je even vergelijken met die in de marge opererende bijeenkomsten van oude zuurpruimen, die zich schakers noemen,  overheerst worden door schaak- en verliesangst, (uitzonderingen daargelaten) en zich vanuit dien hoofde gezelligheidsschakers plegen te noemen. Zij zijn als het er op aan komt fanatieker dan de  gemiddelde club- en bondsspeler, maar menen hun gekakel en chagrijn te mogen uiten ten koste van anderen, onder het mom van  dezelfde gezelligheid.

Wanneer zij gezelligheid zoeken, moeten zij naar een carnavalsvereniging uitwijken, zei ik vroeger al, alwaar zij hun jarenlang opgebouwde frustratie en chagrijn wel mogen en kunnen uitschreeuwen.

De organisatie is ver te zoeken, Zij spelen met oud en achterhaald materiaal, versleten en kapotte klokken, niet bij elkaar horende stukken en borden en soms hoeft er helemaal niet genoteerd te worden. Alles onder de noemer van oude jongens krentenbrood.
De indeling gaat veelal op z’n  jan boerenfluitjes en vaak verkeerd, zoals ik zelf heb moeten meemaken.

Voor de bond spelen is voor deze chagrijnen meestal een stap te ver. Of de tegenstander  is te verafgelegen of de tegenstander staat hen niet aan, wegens een vroeger twistgeval , in ieder geval wensen zij met niet al te veel spanning geconfronteerd te worden, want je weet maar nooit met al die verhalen over hartkwalen en ritmestoornissen.


Het aanvangstijdstip van de partijen op de clubavond wordt steeds later, want vrijheid blijheid nietwaar. Zij zitten te schreeuwen aan de bar en niemand die er iets van zegt. De penningmeester komt langs voor de wekelijkse bijdrage van 1.50 euro. Sommigen hoeven niet te betalen indien zij niet komen en anderen moeten dat wel. Willekeur troef en dezelfde penningmeester kijkt je lelijk aan, indien je daarover iets durft te zeggen,want hij mag dan wel een hansworst zijn op schaakgebied, dat wil nog niet zeggen dat er iets mankeert aan zijn verlengde merg en hersenstam.

Fusies worden natuurlijk tegengehouden en dat terwijl zij op een eersteklas locatie spelen, waar menige  zichzelf wel respecterende vereniging, zijn vingers bij zou aflikken.

Hun zeer goed ontwikkelde conservatief gedachtegoed behoed hen voor  natuurlijke groei en ontwikkeling. Zij houden elkaar in een perfect tegennatuurlijk evenwicht. Zij lachen om het schreeuwwerk van anderen en wanneer jij een ander geluid laat horen, hebben zij dat ogenblikkelijk in de gaten. Eerst beginnen zij vriendelijk naar je te glimmen , maar op het einde van de avond aan de bar maken zij de balans weer in evenwicht via  hun jaknikkende geestverwanten.

Zij  kijken wel uit om elkaar te bekritiseren. Gezelligheid troef , nietwaar. Maar sommigen van hen spelen wel bij een andere club voor de bond, indien zij daarvoor gevraagd zijn geworden, dat wel natuurlijk. Schaakclub Burgum viert daar wel bij en lacht zich dood.

Zij zijn vlees noch vis.  En wanneer jij iemand durft te wijzen op ongewenst gedrag, zoals bijvoorbeeld het te hardhandig neerzetten van de stukken, dan nemen ze het voor elkaar op. Dan kan je niet tegen je verlies en ben je kleingeestig!

Ooit hadden wij kennissen met kleine kinderen op bezoek.Deze kinderen deden alles wat verboden was. Zij gooiden met stenen naar elkaar en naar onze honden en katten, waarop dezen een veilig heenkomen moesten zoeken. Werkelijk niets was veilig voor deze klieren. De volgende ochtend deed ik hagelslag op mijn brood, waarop één van hen zei: “je doet teveel hagelslag op je brood”.

Zo iemand verdient een goede pak rammel en je zou wensen, dat je dat ook met  die zichzelf voor de gek houdende , onnozele , maar als het er werkelijk op aankomt, o zo agressieve schaaksukkels zou kunnen doen.


Jan Posch, 22 november 2011.

dinsdag 22 november 2011

Afgunst en vuilspuiterij


Het is meer dan mijn tere ziel kan verdragen.
Onrecht,  laster,  jaloezie , afgunst en vuilspuiterij,
Zinloos, overigens, om je daarover  te beklagen,
Dat is immers nog meer derrie op de hoop erbij.

De beerput van menselijk tekort, schier eindeloos, immens van ondragelijk falen,
Af en toe zichtbaar als topje in een serieuze krant,
Met protest en tegenwerping valt weinig eer en zege te  behalen,
Alles bedekt en overwoekerd door een geheimzinnige en veelal onzichtbare hand.


Niets is historisch ten goede gekeerd, niets van het verleden geleerd,
Ongelijkheid , machtsvertoon, bandeloosheid , mateloze corruptie, exuberante zelfverrijking,
Zij zijn onuitroeibaar van alle tijden,

Bewustzijn en overdenking verergeren dit lijden,
Ontkenning, schijnaanpassing, ontvluchting, meeloperij als schijnbare genezing,
Rentmeesterschap als stront beheerd, hij is en blijft moreel onteerd.


Jan Posch, 21 november 2011.

vrijdag 4 november 2011

Wie de schoen past, trekt hem aan.


Neerslachtig en ver uit het zicht,
Had , nadien,  de smiecht zich weer opgericht,
Zijn “vriend” beloftevol geflikt,
Een vreemd wijf gelikt,
En met een stalen gezicht,
Leugens bericht en verwarring gesticht.

Daarom had ik deze neurotische egoïst, ongezegd,
Terzijde gelegd, in afwachting van het nagerecht,
Daarin heeft de zelfingenomen eigenheimer zich gulzig verslikt,
Nog even gehikt, daarna gestikt, en het schijnt,
Dat hij nog behoorlijk heeft gefikt.

 

Janneman, 4 november 2011.