Dat economie geen wetenschap is , moge als algemeen bekend worden verondersteld. Het is eerder politiek (geloof). Linksom of rechtsom.
Zo
werd de Britse econoom John Maynard Keynes als links betiteld. Waarom? Hij vond dat de staat een belangrijke rol
moest spelen in het economische verkeer. En, ten tijde van recessie , de boel
met investeringen moest oppeppen. In tijden van halleluja zou deze staat geld
moeten opsparen. Zo voorkom je minder
werkloosheid en armoede in tijd van tegenspoed.
Maar
niet iedere econoom is daarvan overtuigd of gediend. Die rechtse economen,
waaronder de Amerikaan Milton Friedman , vinden juist dat het vrije
marktmechanisme de drijvende kracht achter de economie moet zijn. Dan zal alles
op een natuurlijke manier zijn weg wel weten te vinden, en alles in goede orde
op zijn pootjes terechtkomen.
Wie
heeft het bij het rechte eind?
Waarschijnlijk allebei niet. De krachten van het vrije verkeer komen een
heel eind, maar missen de remmende werking. Zij denderen door, ook daar, waar
de trein vaart dient te verminderen of zelfs zou moeten stoppen. De
kredietcrisis en de uitspattingen van
de banken met hun ongelimiteerde leningen zijn daar een goed voorbeeld van.
Alles en iedereen heeft op zijn tijd goede en
onafhankelijke controle nodig.
Keynes
heeft overigens wel gelijk gekregen met
zijn zienswijze over de herstelbetalingen van Duitsland na de Eerste
Wereldoorlog. Hij waarschuwde voor het gevaar van een Tweede Wereldoorlog, omdat
hij besefte dat deze herstelbetalingen een strop om de hals voor dit land zou
betekenen. De rechtse garde had geen oog voor deze zienswijze, zoals deze het
wel meer laten liggen wanneer het op
het sociale vlak aankomt. In deze faalde de Engelse en Franse politiek, maar je
kan je afvragen of in onze tijd de
Europese leiders met betrekking tot het kwijtschelden van schulden wel de
juiste weg weten te bewandelen.
Ook
de linkse econoom, de Fransman Thomas Piketty krijgt inmiddels ruime kritiek op
zijn zienswijze van het gevaar van toenemende inkomensongelijkheid. De
verschillen in inkomens zullen volgens Piketty alleen maar gaan toenemen, door
dat het kapitaal van de rijken sneller groeit dan de inkomsten van de arbeidende klasse. Daarom pleit hij voor een
gedwongen welvaartsherverdeling via een progressieve inkomsten en
vermogensbelasting.
Ook
hier weer een tweesnijdend economendom. Toch hebben hier de rechtse economen
nog geen gat weten te slaan in de muur
van het nieuwe linkse kasteel van de
Fransman. Deze heeft zijn bouwwerk dan
ook extra beveiligd middels dubbele
muren en grachten via een onuitputtelijke reeks vermogens- en
inkomensstatistieken over de afgelopen 250 jaar.
Nog een paar voorbeelden van linkse en rechtse
ongelovigen.
A.
Er
zijn economen, die beweren dat een hoge staatsschuld slecht is voor de economische groei. (Rogoff en Reinhart). Natuurlijk kritiek vanuit de linkse hoek.
Het tegendeel is niet bewezen. Maar Rutte en de zijnen weten hier grote slagen
te boeken.
B.
De
Indier Dube heeft via een onderzoek aangetoond dat een verhoging van het
minimumloon geen betekenisvol effect heeft op de werkgelegenheid. Dit in
tegenstelling tot de economische basiswet dat hogere lonen per definitie tot
baanverlies leiden.
De
diverse stromingen vechten elkaar over bovenstaande theorieën de tent uit. Wel
waar, niet waar.
Ondanks
deze tweespalt, waarvan je toch een zekere vorm van bescheidenheid zou mogen
verwachten, blijven we te maken houden met hooghartige types als Frank
Kalshoven en Martin Sommer. Salonsocialisten , met een zeer laag gehalte aan
creativiteit en oplossend vermogen.
Kortom,
politiek en geloof zijn de peilers waarop de economische maatschappij
voortmoddert en de wetenschap het nakijken geeft. In een dergelijke wereld
leven wij. De regeringsleiders maken of oorlog, ( zo die er al zijn, anders
moorden de diverse anarchistische bevolkingsgroepen elkaar wel uit) of in een zogenaamd beschaafd land
vechten zij elkaar de tent uit..
Neen,
ik ben het met Diederick Samson eens dat een meer progressievere belasting op
vermogen voor de grote vermogens welkom
zou zijn. Dit temeer aangezien in Nederland de staat redelijk ruimhartig
is voor de huizenbezitter (hypotheekrenteaftrek) en de pensioenhouders ( premie
aftrekbaar) . Weliswaar worden de vermogens niet gespaard door de
vermogensrendementsheffing van 1.2 %, uitgaande van een fictief rendement van
4%, maar daar staat weer tegenover dat de winst op eigenwoning en aandelen
onbelast is.
De
vergrijzing in Nederland vormt in deze ook een factor. Steeds minder werkenden
die de belastingen zullen moeten gaan ophoesten. Verminder dus de druk op
arbeid (de belasting op inkomen en consumptie (BTW) is relatief al vrij hoog) en verhoog de belasting op vermogen. De
jongeren moeten toch al langer doorwerken (67 , 70?) en de grijsaards hebben
ruimschoots geprofiteerd van het bijzonder oneerlijke kapitalistische systeem.
Met niets doen veel geld verdienen, middels de belachelijk gestegen prijzen
voor steen, hout en andere rotzooi. (
1965-2008).
Maar
, ze zullen blijven janken over hun vermogen, ondanks de vele vakantiereizen en tripjes, de jachten, de kampeerauto’s en grote tuinen, tot hun dood aan toe.
Jan
Posch, 3 juni 2014.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten