woensdag 4 juni 2014

Over economie, politiek en andere (geloofs)zaken.


Dat economie geen wetenschap is , moge als algemeen bekend worden verondersteld. Het is eerder politiek (geloof). Linksom of rechtsom.

 

Zo werd de Britse econoom John Maynard Keynes als links betiteld. Waarom?  Hij vond dat de staat een belangrijke rol moest spelen in het economische verkeer. En, ten tijde van recessie , de boel met investeringen moest oppeppen. In tijden van halleluja zou deze staat geld moeten opsparen. Zo voorkom je  minder werkloosheid en armoede in tijd van tegenspoed.

 

Maar niet iedere econoom is daarvan overtuigd of gediend. Die rechtse economen, waaronder de Amerikaan Milton Friedman , vinden juist dat het vrije marktmechanisme de drijvende kracht achter de economie moet zijn. Dan zal alles op een natuurlijke manier zijn weg wel weten te vinden, en alles in goede orde op zijn pootjes terechtkomen.

 

Wie heeft het bij het rechte eind?  Waarschijnlijk allebei niet. De krachten van het vrije verkeer komen een heel eind, maar missen de remmende werking. Zij denderen door, ook daar, waar de trein vaart dient te verminderen of zelfs zou moeten stoppen. De kredietcrisis en de  uitspattingen van de banken met hun ongelimiteerde leningen zijn daar een goed voorbeeld van.

 

Alles en iedereen heeft op zijn tijd goede en onafhankelijke controle nodig.

 

Keynes heeft overigens wel  gelijk gekregen met zijn zienswijze over de herstelbetalingen van Duitsland na de Eerste Wereldoorlog. Hij waarschuwde voor het gevaar van een Tweede Wereldoorlog, omdat hij besefte dat deze herstelbetalingen een strop om de hals voor dit land zou betekenen. De rechtse garde had geen oog voor deze zienswijze, zoals deze het wel meer laten liggen wanneer het  op het sociale vlak aankomt. In deze faalde de Engelse en Franse politiek, maar je kan je afvragen of  in onze tijd de Europese leiders met betrekking tot het kwijtschelden van schulden wel de juiste weg weten te bewandelen.

 

 

Ook de linkse econoom, de Fransman Thomas Piketty krijgt inmiddels ruime kritiek op zijn zienswijze van het gevaar van toenemende inkomensongelijkheid. De verschillen in inkomens zullen volgens Piketty alleen maar gaan toenemen, door dat het kapitaal van de rijken sneller groeit dan de  inkomsten van de arbeidende klasse. Daarom pleit hij voor een gedwongen welvaartsherverdeling via een progressieve inkomsten en vermogensbelasting.

 

Ook hier weer een tweesnijdend economendom. Toch hebben hier de rechtse economen nog geen gat weten te slaan in de  muur van het nieuwe linkse kasteel van  de Fransman. Deze heeft  zijn bouwwerk dan ook extra beveiligd  middels dubbele muren en grachten via een onuitputtelijke reeks vermogens- en inkomensstatistieken over de afgelopen 250 jaar.

 

 

Nog een paar voorbeelden van linkse en rechtse ongelovigen.

 

A.                      Er zijn economen, die beweren dat een hoge staatsschuld  slecht is voor de economische groei. (Rogoff en Reinhart).  Natuurlijk kritiek vanuit de linkse hoek. Het tegendeel is niet bewezen. Maar Rutte en de zijnen weten hier grote slagen te boeken.

B.                       De Indier Dube heeft via een onderzoek aangetoond dat een verhoging van het minimumloon geen betekenisvol effect heeft op de werkgelegenheid. Dit in tegenstelling tot de economische basiswet dat hogere lonen per definitie tot baanverlies leiden.

 

De diverse stromingen vechten elkaar over bovenstaande theorieƫn de tent uit. Wel waar, niet waar.

 

Ondanks deze tweespalt, waarvan je toch een zekere vorm van bescheidenheid zou mogen verwachten, blijven we te maken houden met hooghartige types als Frank Kalshoven en Martin Sommer. Salonsocialisten , met een zeer laag gehalte aan creativiteit en oplossend vermogen.

 

 

Kortom, politiek en geloof zijn de peilers waarop de economische maatschappij voortmoddert en de wetenschap het nakijken geeft. In een dergelijke wereld leven wij. De regeringsleiders maken of oorlog, ( zo die er al zijn, anders moorden de diverse anarchistische bevolkingsgroepen elkaar wel uit) of  in een zogenaamd beschaafd  land  vechten zij elkaar de tent uit..

 

 

Neen, ik ben het met Diederick Samson eens dat een meer progressievere belasting op vermogen voor de grote vermogens welkom  zou zijn. Dit temeer aangezien in Nederland de staat redelijk ruimhartig is voor de huizenbezitter (hypotheekrenteaftrek) en de pensioenhouders ( premie aftrekbaar) . Weliswaar worden de vermogens niet gespaard door de vermogensrendementsheffing van 1.2 %, uitgaande van een fictief rendement van 4%, maar daar staat weer tegenover dat de winst op eigenwoning en aandelen onbelast is.

 

De vergrijzing in Nederland vormt in deze ook een factor. Steeds minder werkenden die de belastingen zullen moeten gaan ophoesten. Verminder dus de druk op arbeid (de belasting op inkomen en consumptie (BTW)  is relatief al vrij hoog) en verhoog de belasting op vermogen. De jongeren moeten toch al langer doorwerken (67 , 70?) en de grijsaards hebben ruimschoots geprofiteerd van het bijzonder oneerlijke kapitalistische systeem. Met niets doen veel geld verdienen, middels de belachelijk gestegen prijzen voor steen, hout  en andere rotzooi. ( 1965-2008).

 

Maar , ze zullen blijven janken over hun vermogen, ondanks de vele vakantiereizen en tripjes, de jachten, de kampeerauto’s en grote tuinen, tot hun dood aan toe.

 

 

Jan Posch, 3 juni 2014.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten