Plotseling opkomende,
Onverdraaglijke pijnen,
Aanhoudend kwellend,
Maandenlang.
Verraderlijke
nierkrampen,
Loskomende
stenen,Onbeweeglijk houdende , aanzwellende rugpijnen,
Die je bijkans doen bezwijmen.
Niet
kunnen fietsen,
Niet
kunnen bukken,Niet kunnen wandelen,
Niet kunnen tuinieren.
Maken bed-, stoel- en bankgang, tot pijnbank en martelgang,
Misselijkmakende pijnen, tot brakens en korens,
Die eetlust en zin ontsieren.
Tot passiviteit gedoemd, tot verveling bekeerd,
Alleen zijn, zonder hulp, aan huis gekluisterd,
Mentaal gesloopt , totaal ontluisterd.
Ondanks
intens mededogen, en nooit één
onvertogen woord,
Gedumpt
als een stuk vuil, weggegooid als vod,Behandelt als een straatschooier, oh mijn god,
Door een christen van je eigen soort.
Dat
is mijn lot,
Zelfmedelijden
wordt in de kiem gesmoord,Zelfontsnapping als duivelse kracht genadeloos afgestraft,
Bij sommigen gaat zelfs, hoe dan ook , de vlag in top.
Het enige wat je nog vermag,
Is zoveel als mogelijk voorkomen, dat het gelach en het plezier, na je dood,
Zal ontaarden in sarcastisch gelal en brallend vertier in het groot.
Jan
Posch, 15 augustus 2013.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten