vrijdag 4 februari 2011

Saaiheid.

 
Het is allemaal zo voorspelbaar,
Ik heb het allemaal al eens gezien,
Er is hoogst zelden echt iets nieuws onder de zon,
Het is slechts een herhaling van een herhaling,

Steeds meer van hetzelfde , commercie viert hoogtij,
Weelde voor de huichelarij,
Domheid en tegenstrijdigheid, het boeit mij niet meer,
Integendeel, ik walg en kots ervan, steeds weer.

Er is geen nieuw perspectief geen nieuw elan,
Er is geen nieuw denken, geen echte vooruitgang,
Armoedzaaiers en onderdrukten tellen een vergrote aanhang,
En de rest houdt elkaar voor de gek en in de tang.

Ziek wordt je ervan,  al die ellende, al die ruzie en oorlog,
Steeds weer  dat zelfde gekunstelde gelul, gezwets en gebral,
Altijd dat vreselijke egocentrisme en materialisme,
Eeuwig voortdurend gelallebal en verontschuldigend, ik vergis me.

Dat onuitstaanbare gedrocht, die verrekte huichelaar,
Zich  manifest etalerend in een glansrol aan de  openbare borreltafel,
Die zelfingenomenheid, waarmee hij zit  daar, welk een gebazel,
Die opportune betweterigheid, ik ben er in ieder geval mee klaar.

Het zal mij allemaal nog kale worst zijn,
Voor mij heeft het zijn zin en betekenis allang verloren,
Wel vraag ik mij steeds vaker af, hoe groot het leger is,
Dat zich mateloos aan mij is gaan storen.



Jan Posch, 4 februari 2011.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten