dinsdag 4 januari 2011

Karpathos

Vakantie op Karpathos.   ( 21 september – 4  oktober 2010)

Een prachtige eerste week, waarin wij ons optimaal terug hebben kunnen vinden via avontuurlijke belevenissen en heerlijke temperaturen. Ons wit-blauwe huisje lag bovenaan het gehele appartementen-complex en keek trots neer over de overige huisjes. Wij konden zelfs naar beneden verhuizen aan de kolkende zee om van daaruit de stormachtige wind te ervaren. Juist op die verhuisdag gebeurde het.
Boven in de bergen reden wij op de scooter op verboden wegen, toen het zachtjes begon te regenen, waardoor wij ons genoodzaakt voelden om terug te keren naar een herberg, alwaar naar later bleek een Griek een Bulgaarse hoerenmadam aan de haak had geslagen. Het was daar uitermate gezellig. Wij waren aan de praat geraakt met Engelssprekende Noren onder het genot van wijn en bier en hadden daardoor te laat in de gaten dat het buiten veel harder was gaan regenen , waardoor de bergwegen uitermate glad waren geworden. En wij moesten met onze scooter nog 50 kilometer terug naar beneden.  Tijdens een spiegelgladde en zeer steile kronkelige en bochtige afdaling gleed ons voertuig toch nog onverwacht onderuit.
Ikzelf klapte vol op mijn rechterarm en Hannie viel voornamelijk op haar rechterknie.
Behalve vele schaafwonden, had ik een gapende wond in mijn onderarm , waar het bloed en straatvuil het eerste aangezicht van vormden.
Wat moesten wij daar in het donker, op een spiegelgladde weg, met allebei, vrij ernstige verwondingen in hemelsnaam beginnen, met nog een kleine 30 kilometer voor de boeg?
Verder rijden was een onmogelijkheid, zeker gezien de steile en spiegelgladde weg.

Bij het eerste het beste huis na 500 meter klungelen hebben wij aangebeld in een poging om daar onze wonden af te spoelen met water. Na lang bellen, werd er tenslotte opengedaan en zagen wij een oud vrouwtje, die zo vriendelijk was om ons binnen te laten.
Na een kleine tien minuten stonden wij weer buiten en vroegen ons af wat ons nu te doen stond. Daar kwam een auto aan en Hannie had de tegenwoordigheid van geest om die auto aan te houden. Het bleken twee Duitsers te zijn. Een man en een vrouw. Na een uitleg onzerzijds konden wij bij hun in de auto stappen. Zij toonden zich bereid om ons naar de enige EHBO-post op dit eiland te brengen. Dat was de hoofdstad. Scooter achtergelaten in het weiland.

Ik kreeg geen pijnstillers. Ook geen tetanus-injectie. De dienstdoende arts-assistent vond een verband met  spuitjodium voldoende. Wel kreeg ik een recept mee voor de apotheek en de mededeling, dat ik de volgende dag terug moest komen.

Wanneer je spierkrampen krijgt, die vervolgens het hart treffen, maak je de volgende dag niet meer mee. Mijn volgende dag vormde het begin van een 10 weken durende , vaak pijnlijke herinnering aan dit gebeuren. Onze vakantie was vergald. Wel hebben wij nog enkele wandeltochten ondernomen, maar de echte bezieling was weg. Het enige vermeldingswaardige was de viering van de onafhankelijkheid van Griekenland in 1944, alwaar toeristen mochten aanschuiven bij een gezamenlijke eetpartij met wijn.

Een prachtig eiland. Zonder ziekenhuis ben en blijf je kwetsbaar. Het reisbureau en diens vertegenwoordigster in deze vreemde waarschuwen je onvoldoende voor de gevaren van het scooterrijden op natte bergachtige wegen. Ook met betrekking tot excursies vormt dit een potentieel gevaar. Je moet op eigen gelegenheid naar de hoofdstad, alwaar de bussen vertrekken. Dat betekent , dat je het risico loopt om in donker en met gladde wegen terug te moeten naar je hotel of appartement op onbekende wegen en terreinen.

Onze dank gaat uit naar Georg Overs en zijn vrouw, de  twee  Duitsers , die zo vriendelijk waren om ons kosteloos naar de hoofdstad te brengen, daar een uur te wachten om ons vervolgens weer terug naar ons appartement te brengen.  Dat zal ik nooit vergeten.

Jan Posch, januari 2011.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten