Filosofen hebben de waarheid lief. Wijsbegeerte dus. In de
filosofische wereld staat het begrip liefde op gespannen voet met deze
waarheid. Immers, de ratio staat hier diametraal tegenover de emotie. Liefde is
natuurlijk een emotioneel beladen gegeven. De christenen beschouwen het begrip
liefde als door God gegeven aan de mens uit liefde voor hem, geschonken via de
kruisdood van zijn enige zoon Jezus Christus.
Zij denken vanuit dit begrip liefde en zien deze als
enige oplossing voor al onze problematieken. Naastenliefde en verdraagzaamheid
zijn kernbegrippen in deze zienswijze.
Maar is dat wel zo? Is deze liefde de oplossing van
al onze problemen?
Om deze vraagstelling te kunnen beantwoorden moeten
wij ons afvragen wat eigenlijk de zin is van ons bestaan. Als die er al is. Je
kan zeggen dat de zin van dit leven, de zin is in dit leven. Maar dat is
feitelijk een drogredenering. Waarschijnlijk is dit leven zinloos. Niemand
heeft mij gevraagd om hier te komen. Ik ben er doodgewoon gekomen, wel levend
natuurlijk..
Het
enige wat we wel kunnen doen is, om
deze zinledigheid van ons bestaan,
zoveel mogelijk zin te geven, door middel van een zinvol bezigzijn. Dat doen we
dus door onze tijd zo zinvol als maar mogelijk
te besteden. Anders gezegd: door de verveling zoveel als mogelijk te
beperken,. Wij moeten onze geest zoet houden met het plegen van liefhebberijen.
Of
wij daarmee gelukkig zullen worden en intens
tevreden , is ook weer een geheel andere vraag. Dat is ten eerste zeer
subjectief. Sommigen zijn zeer tevreden
onder min of meer dezelfde condities als waaronder anderen leven en die anderen
niet. Wanneer je je verlangens kunt uitschakelen ,waaronder
bijvoorbeeld het machtsstreven valt en je zinnen de baas hebt kunnen worden,
ben je al een heel eind op de goede weg naar het geluk. Gelukkig zijn is eigenlijk het totaal kunnen
opgaan in het moment van nu. Dat moet je vooral niet na willen streven, dan zal
het je niet lukken. Geluk overkomt je. Het is de uitschakeling van de geest (
van de ratio en vooral de wilsfactor), ten faveure van je ziel, je opperste en
waarlijk echte wijze van zijn.
Het
echte gelukzaligheidsgevoel beperkt zich echter tot momenten. Omdat je nooit
altijd gelukkig kan zijn, om de doodeenvoudige reden dat je het dan niet meer
kan zijn.. Dat het verrassingselement bij dit gevoel een grote rol speelt
zal duidelijk zijn..
De
echte zin van het leven is dus zorgen dat je jezelf zo min mogelijk verveelt.
Dus een zinvolle invulling daaraan geven, Wanneer je alles hebt wat je hartje
begeert kan je desalniettemin diep ongelukkig zijn. Dan zijn er geen
uitdagingen meer. Alles is hetzelfde, elke dag weer opnieuw. Er is geen
spanning meer , waardoor je spanning
gaat zoeken. Hetzij in avontuur, hetzij in gokwerk, hetzij in drank en drugs,
hetzij in seksuele escapades en avonturen..
Terugkomend
op het begrip liefde . Je kan nog
zoveel liefde in je lijf hebben, je kan nog zoveel om een ander mens
geven, je kan nog zoveel universele
liefde en onbaatzuchtige liefde koesteren, je kan nog zoveel om je kinderen
geven., je kan nog zoveel van je eigen man of vrouw houden , je kan nog zoveel
jezelf voor de gek houden door in de liefde van de Here Jezus te geloven., dat allemaal zal je geen garantie geven op
een gelukkig leven.
Want
ook dan kan je opgezadeld komen te zitten met eenzaamheidsgevoelens en tegen
die ziekte is nu eenmaal geen enkel kruid gewassen. En tegen verveling is echt
geen liefde opgewassen.
Liefde
is en blijft een vergankelijk dynamisch begrip. Het verandert elke dag. Voor de
liefde voor je echtgenoot moet je vechten, moet je energie leveren. Maar het is
vele malen complexer dan dat; ook wanneer je bergen energie inbrengt wil dat
nog niet zeggen dat je zodoende de liefde van een ander kunt garanderen. Ben je
bijvoorbeeld te goed, dan gaan ze de draak met je steken, dan wordt je nog
eerder voor gek versleten.
Verliefdheid
en geilheid spelen een niet te onderschatten rol in de gevoelens van en
voor een ander. Het beest in ons volgt
namelijk zijn eigen weg. Hoogstens kunnen wij het beest (tijdelijk) aan de
ketting houden, (temmen), maar dat zal geen blijvende zekerheid, op wat dan ook
garanderen Het is vechten tegen beter weten in. Met als gevolg frustraties.
Freuds psycho-analyse spreekt in dit
verband boekdelen. De kunst van de sublimatie is een bekend fenomeen om die frustraties in goede banen te leiden,
via de uitweg van omzetting in andere zaken.
Natuurlijk
is het een kunst om lief te hebben. Maar daarmee maak je nog niet al het onheil
wat wij op onze wegen tegenkomen, per definitie onschadelijk.
Een
mens schiet doodeenvoudig tekort om het begrip Liefde echt machtig te worden.
Hij kan er niet wezenlijk mee uit de voeten.
Zoals
we allen weten zijn wij geen monogame wezens. Niet in biologisch opzicht, maar
ook zeker niet in geestelijk opzicht. Ons brein is tenslotte niet voor niets
het grootste sexuele orgaan wat wij bezitten. Wanneer wij ons monogaam
gedragen, dan is dat uit culturele en ethisch/normatieve overwegingen. Het
Christendom ziet ons niet voor niets als een zondig wezen, dat gereguleerd moet
worden. Zij bedachten het huwelijk als een methode om die zondaar binnen de
perken te kunnen houden.
Dit
hebben miljoenen wezens geaccepteerd en doen dat nog steeds. Zij laten zich
leiden door hun geloof ( lees geweten) en gaan uit dien hoofde voorbij aan hun
eigen natuurlijke behoeften. Die beschouwen zij dan ook als volkomen verkeerd
en zelfs als vies en vulgair.
Waarom
zijn er zoveel echtscheidingen? Omdat de liefde niet eeuwigdurend is en omdat
de sleur het huwelijk ondragelijk kan maken. Voor velen , en vooral zij die
vrij en zelfstandig durven te denken, zoals ons dat geleerd wordt op school,
verwordt de relatievorm huwelijk tot
een ware hel en het aantal zelfdodingen en
psychiatrische gevallen behoeven we niet eens aan te halen, om aan te
tonen tot waarin dit vrome compromis kan ontaarden.
Maar
wij hebben niet alleen de behoefte om
vreemd te gaan, wij beschikken
ook over het vermogen om nog iemand lief te hebben. Onze geestelijke liefde
behoeft zich helemaal niet te beperken tot
één persoon. Wij zijn heel goed in staat om meerdere personen
tegelijk lief te hebben. Het feit
dat dat niet op grote schaal in de praktijk wordt gebracht vindt zijn
oorzaak in problemen van praktische
aard: het brengt in plaats van een
definitieve oplossing , andere enorme problemen met zich mee , waaronder
wederom het begrip jaloezie de meest in het oog springende dissonant is.
Let
wel, de beide partners dienen hier natuurlijk vrijuit en openlijk over te
spreken. Het kan niet de bedoeling zijn om elkaar te gaan besodemieteren. Al
ligt die weg heel verleidelijk op de loer.
Een
nieuwe vorm van samenleven dus, naast de al bekende seriële monogamie, ( één jaar,
twee jaar, met eventuele verlenging) ,hetgeen al een aanzienlijke verbetering
t.a.v. de huidige traditionele
relatievorm is, want erger dan te horen te krijgen ,dat jouw partner
verliefd is geworden op een ander is er niet. Nog veel erger dan te horen dat
hij/zij van bil is gegaan.
Indien
dus de beide partners hebben kunnen inzien dat liefde zich beslist niet behoeft
te beperken tot één enkel persoon en
die zienswijze aan elkaar geopenbaard
hebben, kunnen zij beiden er een ander op nahouden, zonder diep ongelukkig te
moeten worden in hun dagelijkse huwelijkse sleur. Ook de andere partijen dienen
deze vrije opvatting met elkaar besproken te hebben.
In
andere samenlevingen/culturen en ook in de dierenwereld ( niet alle dieren) is
deze polygamische vorm van samenleven heel natuurlijk , gebruikelijk en
doodgewoon.
Alleen
in onze (christelijk georiénteerde) maatschappij niet. Die duldt deze
(taboe)zaken niet.
En
zo doen wij dus met z’n allen elkaar tekort. En maar zeuren over liefde, liefde
die alles overwint , of hij nu van God via het lijden van zijn zoon afkomstig is of gewoon van Erich Fromm.
(liefhebben een kunst een kunde).
Het
grote voordeel van deze vrije opvatting is dat er veel geld bespaard kan worden
op de psychische gezondheidszorg ,dat vele treinmachinisten minder gestrest hun
werk zullen kunnen blijven uitoefenen, en dat veel roddel , achterklap en
schijnheiligheid tot het verleden zullen gaan behoren. Kortom, onze
maatschappij zal er geestelijk gezonder op worden.
De
humanisten en de ongelovigen hoeven niet meer gediscrimineerd te worden door de
gelovigen en er zullen vooral veel minder kinderen ongelukkig worden, want het
aantal echtscheidingen zal opzienbarend teruglopen.
Jan
Posch, 11 december 2014.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten