Stelling 1.
Doping
is van alle tijden. Reeds bij de oude Olympische Spelen in Athene werd er
“doping” gebruikt. Onnatuurlijke, lichaamsvreemde middelen ter bevordering van
de prestaties.
Doping
zal en kan nooit uitgeroeid worden. Het is een wedloop tussen sporters en
controleurs. De sporter zal in zijn prestatiedwang/neurose de wetenschap altijd
een stap voor blijven, gesteund en geholpen door op geld beluste en/of naar roem hunkerende artsen.
Doping
is daar , waar topprestaties verwacht worden. Het betreft alle sporten. Hoe
hoger de verwachtingen en hoe groter de commerciële belangen, hoe groter het
dopinggebruik en misbruik.
Stelling
4.
De
gehele sportcultuur is en was vergeven van
prestatiebevorderende en stimulerende middelen. De gebruikers vonden dat
heel normaal. Als abnormaal werden degenen bezien, die schoon, clean en
principieel bleven. Zij trokken aan het kortste eind en werden fluitend
voorbijgereden , ook door hun minder getalenteerde collega’s.
Stelling 5.
De
echte tragiek van de sport schuilt niet in
de valpartijen en de grote risico’s bij afdalingen of de mensonterende
weersomstandigheden, maar bij de eerlijke en zeer getalenteerde en beloftevolle
renners/atleten, die via een zijdeur in de vergetelheid raken. Daar zouden
mensen als Mart Smeets/ Bert Wagendorp/ en Tim Krabbé eens iets langer stil bij
moeten blijven staan.
Stelling 6.
Doping
moet niet vrij gegeven worden. Absoluut niet. Met man en macht moet er voor
gezorgd worden dat de misstanden beperkt blijven tot de eerder genoemde
wedloop. Zodra doping vrij wordt gegeven zal deze ontaarden in criminele en
maffiose toestanden en taferelen.
Mensen,
dat weten wij inmiddels, willen niets liever dan voor de gek gehouden worden,
zij willen het liefst in sprookjes geloven. Daar leven die romantici van. Daar
verdienen Krabbé, Smeets en Wagendorp hun brood mee.
Waar
de sport dreigt te ontsporen door opdringerige mensen, die urenlang ,vaak uitgedost in achterlijke kledij en beschilderd met
nationale feestkleuren, op de renners staan te wachten en daardoor voor hachelijke
situaties zorgen, daar zorgen mensen als Thijs Solleveld en Winkels voor waarschuwingen om als het
ware tegengif te geven aan de sportverdwazing. Om de boel weer op het goede
spoor te brengen.
Bert
Wagendorp sloeg de plank behoorlijk mis met zijn kritiek op die Engelse
journalist , die reeds in 2003 Lance Armstrong ter verantwoording riep.
De
media en het journalistenleger is er niet om feest te vieren, zij zijn er om
wantoestanden aan het licht te brengen, naast het doorgeven van de
feitelijkheden, en om deze ter discussie te stellen. Solleveld en ook
Sorgdrager en Winkels zijn pure realisten, die dat ook doen. Of het nu
veiligheid betreft of doorslaand fanatisme, zij willen die ontsporingen aan de oppervlakte krijgen en aan de kaak
stellen.
Doping
blijft van alle tijden, Smeets, en jij moet een evenwicht zien te vinden tussen
leuk en idioot. De problemen van dit leven blijven nu eenmaal tot in de kern
onoplosbaar.
Stelling
8a.
Ethiek.
Schandelijk
was het optreden van de Brit Marc Cavendish
in die eindsprint, waarbij hij van zijn baan afweek en die
Argos-renner ten val deed komen. Hij
werd daarvoor niet veroordeeld. Het journaille hield zijn mond. Maar wat zou er
zijn gebeurd , indien die Nederlander met zware verwondingen in het ziekenhuis
zou zijn belandt? En met hem vele anderen?
Opportunisme, ( de loop der gebeurtenissen bepalen de
denkwijze), vierde weer eens hoogtij.
Stelling 9.
Mea
culpa. (=schoon schip maken).
Wanneer
iedereen die doping heeft gebruikt dat vrijelijk zou toegeven, zoals Michael Boogerd dat gedaan heeft, dan zouden
die opbiechters de sport in het algemeen een zeer goede dienst bewijzen. Maar
neen, daar zijn ze zelfs nog te laf voor. Nu zijn de opbiechters de sigaar,
terwijl die anderen vrijuit gaan, terwijl het andersom zou moeten zijn.
Die
twee oude lullen, die ooit de tour hebben gewonnen, (Joop Zoetemelk en Jan
Jansen) lieten zich wel uitgebreid in
het zonnetje zetten, maar zij wilden absoluut niet over doping praten.
Natuurlijk hebben die twee ook gebruikt. Een zeer gemiste kans. Smeets vroeg op
het eind nog naar het waarom niet. Ook daar konden die treurige zielepieten
geen verstandig woord over zeggen.
Ook
hier weer hetzelfde stramien, de eerlijken worden vertrapt en verguisd, de
lafhartigen met rust gelaten.
Stelling
10.
Lance
Armstrong.
Natuurlijk,
Armstrong maakte er een georganiseerde en criminele bende van. En het is prima
dat deze psychopatische megalomaan ontmaskert is.
Maar,
moet nu alle onheil op zijn bordje worden gelegd? Indien hij als een zware crimineel wordt achtervolgt, dan zou
(bijna) de gehele sportwereld op
hetzelfde hakblok kunnen worden gelegd.
De anderen zijn geen haar beter, behalve dan in een mildere intensiteit.
Stelling 11.
Ik
zou wel eens willen weten wie zich heden ten dage werkelijk niet aan
stimulantia bezondigen.
Zou
Chris Froome niets hebben ingenomen? Ik denk dat hij geen middelen heeft
genomen, die op de verboden lijst voorkomen. Hij zal zich aan een zeer
intensieve vorm van dwangarbeid onderworpen hebben , zich als een robot kunnen
gedragen en zichzelf helemaal kunnen wegcijferen.
Zou
hij ook het niet verboden tovermiddel Actovegin (een extract uit kalverbloed om
het zuurstoftransport naar de spieren te verbeteren) hebben gebruikt?
Het
zou zomaar kunnen en waarom ook niet. Wanneer dit middel niet verboden is,
waarom zou je het dan niet proberen?
Bovendien
zou het de verboden middelen maskeren. Daar heeft Bernhard Kohl uit Oostenrijk
zich in het verleden al eens uitvoerig over uitgelaten.
Dat
middel werd reeds in 2000 gebruikt en Armstrong bleef erover zwijgen, ook
tijdens diens bekentenissen.
De
Duitse lijfarts van Usain Bolt uit Jamaica, Hans Wohlfart, zweert erbij, dat
geeft hij ruiterlijk toe. Het zou de bloedcirculatie bevorderen, veel energie
geven en beschadigd spierweefsel sneller doen herstellen. Ook de spelers van
Bayern Munchen uit Beieren mag hij tot zijn vaste klantenkring rekenen. In
Amerika is dit middel overigens wel verboden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten