donderdag 25 juli 2013

Een verdorven (liefdes)appel.


Aan de schil was schijnbaar niets te zien, maar

Toen de kern van de liefdesappel intens bleek doorgerot,

Braken de beurse plekken in volle hevigheid door.

 

Laag en laf houden zij zich op de veilige achtergrond,

Stilzwijgend kiezend voor het kwaad,

Gehuld in nevels en duisternis, vertolken zij op meesterlijke wijze,

De waarachtige maat der menselijke ziel.

 

 
Je verliest niet alleen je wederhelft,

En het restant van je (overgebleven) vertrouwen,

Je verliest ook je sociale cohesie, samenhang en structuur,

 

En zo kon het gebeuren, dat zij in alle gezamenlijkheid,
En in volle glorie en totale onschuld,

Hun geestelijke moord pleegden.

 

 
Jan Posch,  25 juli 2013.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten