Bizar, afgrijselijk en weerzinwekkend ……., en dan te
bedenken dat dit lot ons ook beschoren zal zijn, dat dit ook onze toekomst is……
Maar…….. ben ik dan eigenlijk niet, nog veel erger dan
pessimistisch………?
Maar , als dit bestaan zo zuiver en rein is, waarom wordt
er dan voor Wim en ons een hemel in het vooruitzicht gesteld?
Of zijn wij gewoon stakkers, die vanaf het begin op weg
zijn naar een troosteloos einde, in de wetenschap dat zij er niet in zullen
slagen het vraagstuk der levenskwelling adequaat op te lossen. En die
hooguit door gezonde realiteitszin, die zelfde tragedie slechts tot
enigszins aanvaardbare proporties weten terug te brengen, om te overleven en
niet aan de boom of voor de trein te eindigen? Wim deed dat op zijn eigen
specifieke wijze, tactvol, bedachtzaam en als het moest daadkrachtig, zoals uit
zijn laatste weken is gebleken.
Of ben ik nu te pessimistisch ……
Moet ik zeggen dat we, net als Boeddha en Arthur
Schopenhauer ,blij moeten zijn dat Wim uit zijn lijden en van deze hel verlost
is en dat straks ook wij uit ons
lijden verlost zullen worden…..
En bestaat er zoiets als biecht en zondevergiffenis na
getoond berouw.
Ik heb hem 17 jaar geleden leren kennen. Hij zat samen met
mij in een vriendengroep bestaande uit vijf vrouwen en drie mannen, onszelf
inbegrepen.. Wij zagen elkaar ongeveer vier keer per jaar, en onze persoonlijke
bezoeken meegerekend hebben wij gedurende al die jaren veel met elkaar kunnen
discussiëren . Over een heleboel
onderwerpen liepen onze gedachten
parallel, het koningshuis vormde de bekende uitzondering op de regel. Voor de
adel was hij milder dan voor onze Lieve Heer.
Vanaf
2007 ging ik met Wim ieder jaar naar verschillende plekken in Duitsland op
wandelvakantie. De eerste keer gingen wij naar Remagen, alwaar Wim gefascineerd
raakte door de aldaar langs denderende treinen. Op de terugreis reden wij richting Oostenrijk en toen ik dat ontdekte
was Wim nog in de heilige overtuiging in de goede richting te rijden, gegeven
zijn opmerking: ”Kijk maar , Jan daar heb je de Lidl weer , die we op de
heenweg ook gezien hebben”. Maar na 25 kilometer begon ook hij te twijfelen en
na 30 kilometers keerde hij om onder het uitspreken van de historische woorden:
“En toch ben ik er nog niet helemaal zeker van”.
Vlak
voordat wij vorig jaar juni met hem
naar de Eifel in Duitsland zouden gaan, belde hij af in verband met
buikklachten.
Met
Wim en twee andere leden van ons
groepje ben ik ook op vakantie
geweest naar Ierland, waar hij steevast klaagde over het sombere weer ,
wegens onderbelichting voor het maken van goede foto’s, en naar
Malta , waar hij in een psychologisch gevecht gewikkeld raakte met Cathy Beuving over de vraag welk
dorp waar lag, welk gevecht hij glansrijk wist te winnen.
Wim
kende de tragiek van dit bestaan maar al te goed, maar bleef die desondanks
toch omarmen. Zo was er die keer dat hij op sex-avontuur ging, maar op het
ultieme moment terugschrok van haar penetrant riekende okselgeur. Ook kon hij zeer
genieten van lekker eten, vooral wanneer dat voor hem werd klaargemaakt en stak
zijn euforie hierover dan bepaald niet onder stoelen of banken.
Soms kreeg ik wel eens de sterke indruk dat Wim dit leven te serieus nam; begrippen als
nauwgezetheid, stiptheid, orde en regelmaat waren kenmerkend voor hem. Ook kon
hij zich iedere keer weer opnieuw
opwinden over de hopeloze
huichelachtigheid van het geloof, waar hij vroeger tegen wil en dank mee
opgezadeld was geworden. Ooit schreef hij daarover een ingezonden stuk in de
Leeuwarder Courant, waar hij veel lof mee wist te oogsten en veel haat mee wist
te zaaien.
Wim
was op zijn best wanneer hij over geschiedenis en filosofie kon praten. Op een
zeer logische wijze kon hij moeilijke thema”s
verhelderend en eenvoudig uitleggen en ik denk dat hij die vaardigheid
ook in zijn lessen op school aan de dag heb weten te leggen.
Maar
op een ander terrein wist hij volkomen te falen. Hij hanteerde een vreemde manier van zuinigheid, die je zou kunnen betitelen als “ Pound foolisch en
penny-wise” (wijs voor de centen en dwaas voor de ponden). Een tekortkoming ,
die, naar ik vermoed , hem, in al zijn argeloze en naïeve onschuld, veel meer ellende heeft opgeleverd dan
hijzelf heeft kunnen bevroeden.
Wim
had ook een buitengewone belangstelling voor alles wat met het weer te maken
had. Vol geestdrift kon hij je van alles wijsmaken over dat schip met zure
appels daar in de verte, met de daarbij
behorende windrichting en of wij ons echt zorgen moesten maken voor de rest van
de dag; De dag dat wij terugfietsten in
de slagregen met sterke tegenwind zou ik niet gauw vergeten.
Wim
was nooit ziek en wij waren wel eens jaloers op zijn perfecte gezondheid.
Wanneer wij geweten zouden hebben dat hij later op een kwade dag uit het niets zijn sluipmoordenaar zou
tegenkomen, die een nog volop in het leven staand individu met optimistische
toekomstplannen, binnen twee en een
halve maand zou gaan slopen, hadden wij deze geestesdwaling wel snel laten
varen.
Volkomen
kansloos was hij tegen dit
vernietigende kwaad, dat als een afschuwelijk monster, puur willekeurig, zijn
niets vermoedende slachtoffer binnen luttele seconden weet te verdelgen.
Wim
Frenkel heeft zich voor mij
onsterfelijk gemaakt door zijn zeer vele lovende woorden en lofuitingen op
papier over mijn gedachtespinsels en gevoelsuitingen op internet. Vooral van
de filosofische denktrant kon hij gecharmeerd raken.
Tenslotte
nog dit ; Wim sprak altijd op een zeer
natuurlijke en liefdevolle manier over de prestaties van zijn beide zonen, waaruit je kon afleiden dat hij zeer trots op, en begaan met hen was en het
zal dan ook voor Max en Hessel niet gemakkelijk zijn, om twee jaar na het
afscheid van hun betrekkelijk jonge moeder , afscheid te moeten nemen van hun
zeer geliefde vader. Beiden wens ik dan
ook veel kracht en wijsheid toe bij het verwerken van dit onmetelijke verlies… .
Jan
Posch, 21/22 mei 2013.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten